z 26 JULI 1928
Schadeloosstelling art 22
Annexatiewet.
Aan den Raad.
Bij raadsbesluit van 28 Juli 1927, no. 95, is aan
Oedeputeerde Staten van Noordholland verzocht om
krachtens artikel 22 der wet van 21 April 1927, Stbl.
no. 86, te bepalen, dat door de gemeente Heemstede
vermoedelijk een saldo verlies zal worden geleden als
bedoeld in het eerste lid van dat artikel tot een bedrag
gekapitaliseerd van meer dan f 2.000.000.— en dat
mitsdien ingaande 1 Mei 1927, door de gemeente
Haarlem aan de gemeente Heemstede eene schade-
loosstelling tot een afloopend bedrag zal worden uit-
gekeerd gedurende twintig achtereenvolgende jaren en
wel zoo, dat de uitkeeringen tot een totaal bedrag
van f 2.000 000.— zullen geschieden.
Ter uitvoering van dit besluit is door ons aan
Gedeputeerde Staten ingezonden een rapport van het
Accountantsbureau Th. en L. Limperg, dd. 14 Decem-
ber 1927, waaruit blijkt dat door dit bureau het saldo
verlies als bedoeld in het eerste lid van artikel 22 îs
becijferd op f 176.076.60, welk bedrag tot grondslag
moet strekken voor de berekening van de totale
schadeloosstelling.
Overeenkomstig de bepalingen van genoemde wet
hebben Gedeputeerde Slaten ook over deze schade-
loossteliing den Raad van Haarlem gehoord.
Het daaromtrent van het Gemeentebestuur van
Haarlem ontvangen advies is ons ter kennisneming
toegezonden met het verzoek het College van Gede-
puteerde Staten in kennis te stellen met het standpunt
dat Uw Raad inneemt ten aanzien van de bezwaren
van laatstgenoemd Gemeentebestuur. Deze bezwaren
zijn opgenomen in een rapport van den accountant
J W. Lucas, dd. 15 Maart 1928 en in het voorstel
van Burgemeester en Wethouders van Haarlem aan
den Raad dier gemeente van 23 Maart 1928.
Wij hebben ons ter dezer zake weder laten advi-
seeren door het bovengenoemde bureau Limperg,
wiens rapport wij onder dagteekening van 6 Juni j.l.
hebben ontvangen (tevens rapport over art. 19, le
a en c).
Met het door dit bureau uitgebrachte rapport kun-
nen wij ons volkomen vereenigen.