25 0CT09ER 1928
moet hiervoor eene uitgave worden gedaan van 500.
Het resultaat van een en ander zal dan zijn, dat een
bedrag van f 2000.zal worden besteed voor een plein,
dat met afbraak bebouwd is. Spreker stelt daarom voor,
dat de verandering van het plantsoen, die nu nog niet
urgent is, te wachten, totdat bekend is, wat ter plaatse
van de thans onbewoonbaar verklaarde woningen zal
worden gebouwd.
De heer van der Linden merkt op, dat de plannen tot
verandering van het plantsoen hem niet geheel hebben
kunnen bevredigen. Hij betreurt het, dat de haag weg
moet. Zou het verkeer hiermede gebaat zijn, dan zou het
wat anders zijn. Door deze verandering blijft de ge-
vaarlijke hoek bij de Van Merlenlaan, lenzij de aldaar
staande eikenboomen werden weggenomen. Spreker wil
evenwel zijn stem aan dit voorstel niet onthouden, om-
dat deze boom mettertijd toch wel zal worden gerooid.
De heer v. d. Erf is er zeer mee ingenoinen, dat de
heer Audretsch het plantsoen nog niet zoo erg leelijk
vindt. Spreker heeft wel eens andere geluiden vernomen.
Dit komt echter meer vcor. Er is nu een advies van een
tuinarchitect, die gemeend heeft, dat het plantsoen moet
worden opgeknapt. Spreker voelt dan ook meer houvast
aan het advies van dien architect dan aan het advies van
den heer Audretsch. De opmerking over de historie die
aan de heg vastzit vindt spreker sympathiek, hoewel z.i.
niet uit het oog moet worden verloren, dat die heg al
eens verplant is. In de derde plaats wil spreker verwijzen
naar het advies van de plantsoenencommisie om de haag
geheel te rooien inplaats van deze voor een gedeelte te
halveeren en in plaats van de gerooide haag een palmen-
haag aan te brengen, welke laag kan worden gehouden.
De heer Kwak zegt geen tegenstander te zijn van het
plan tot wijzig'ng van het plantsoen, doch acht de tijd
daarvoor nu nog niet rijp. Spreker wil gaarne eerst even
afwachten hoe de kwestie der schadeloosstelling zich zal
ontwikkelen. Spreker is het eens met den heer Au-
dretsch, dat het beter is, eerst eens aan te zien, hoe de
bebouwing aan de Oostzijde zal worden omdat dan de
beoordeeling welk plan het beste is, zuiverder zal zijn.
Wat er momenteel is, kan men nog niet zoo slecht
noemen, dat een verandering urgent is is achten.
Het crediet wat bij het vorige agendapunt gevraagd
werd noemt spreker een noodzakelijk uitgave, doch wat
hier gevraagd wordt is luxe.
De heer Audretsch stelt voor de beslissing thans uit
te stellen.
De heeren Kwak en Rijkes ondersteunen dit voorstel.
De Voorziter zegt, dat bij het pleidooi voor het voor-
stel van Burgemeester en Wethouders door den heer van
der Erf en andere leden o.a. is opgemerkt, dat deze haag