93 a 22 NOVEMBER 1928
volgende maanden plaats vinden. De schorsing geschiedt
al of niet met behoud van de belooning.
Artikel 15.
Ontslag op eigen verzoek behoeft niet verleend te
worden, indien het verzoek niet ten nrinste drie maanden
voor den datum, waartegen het ontslag gevraagd wordt,
is ingediend. Ingeval van vervroegd vertrek zorgt de
schooltandarts, ten genoegen van Burgemeester en
Wethouders, op eigen kosten voor een vervanger.
Artikel 16.
Ontslag, anders dan op eigen verzoek, heeft slechts
plaats met ingang van drie maanden na den dag, waarop
ihet besluit tot ontslag ter kennis van belanghebbende is
gebracht.
Aan belanghebbende wordt in dit geval boven de
belooning toegekend een bedrag, gelijkstaande aan de
belooning, berekend over een tijdvak van drie maanden.
Het ontslag kan in bijzondere gevallen, of wanneer
de gedragingen van den schooltandarts dit wenschelijk
rnaken op korteren ternrijn en met inhouding van de
vergoeding boven de belooning worden gegeven.
Dit geschiedt evenwel niet, dan nadat de belang-
hebbende door Burgemeester en Wethouders schriftelijk
in kennis is gesteld met de redenen daarvcor en
gedurende ten minste dertig dagen de gelegenheid
heeft gehad een schriftelijk verweer bij den Gemeente-
raad in te dienen. Het ontslag gaat dan in op den dag,
door den Raad te bepalen.
Artikel 17.
Burgemeester en Wethouders zullen omtrent klachten
of bezwaren tegen den schooltandarts geene besiissing
nemen, die niet in den Raad brengen en deze zal die
niet behandelen, dan na een nauwgezet onderzoek en
na den betrokken arts te hebben gehoord.
Artikel 18.
De schooltandarts woont op verzoek van Burge-
meester en Wethouders vergaderingen van dat College
bij ter beraadslaging over vooraf te zijner kennis ge-
brachte punten, zijn werkkring betreffende.