Uitbreiding onderwijzend
personeel Bronsteeschool
U.L.O.
20 DECEMBER 1928
Aan den Raad.
Uit de U aangeboden ontwerp-begrooting voor het
jaar 19 0 zal U gebleken zijn dat het onderwijzend
personeel van de openbare school voör uitgebreid
iager onderwijs aan den Bronsteeweg bestaat uit drie
leerkrachten, het hoofd inbegrepen.
Het Rijk vergoedt met het oog op het aantal leer-
lingen der school de wedde van twee dezer leerkrach-
ten, zoodat de wedde van één leerkracht voor reke-
ning van de gemeente blijft.
Wanneer het initiatief-voorstel van het lid van de
Tweede Kamer de heer Zijlstra, hetwelk eenige maan-
den geleden door de beide Kamers der Staten Gene-
raal werd aangenomen, tot wet was verheven, dan
zou de gemeente vanaf i Juli 1928 aanspraak hebben
gemaakt op vergoeding van de wedde van alle drie
ieerkrachten dezer school.
Het zou dan ons voornemen zijn geweest aan U
het voorstel te doen een vierde leerkracht aan deze
school te benoemen, welke voor rekening van de
gemeente zou komen, teneinde alsdan het bezwaar te
kunnen ondervangen, dat twee klassen dezer school
gedurende twee achtereenvolgende jaren gecombineerd
onderwijs moeien ontvangen, zooals dat nu het geval
is. Uit den aard der zaak blijft nu voor ieder dier
klassen niet den tijd over welke daaraan besteed kan
vrorden, indien geen combinatie van klassen behoeft
plaats te hebben. Het zal geen uitvoerig betoog be-
hoeven, dat het onderwijs aan de U.L.O. school met
een dergelijken maatregel zeer gebaat zou zijn ge-
wees
üemeld iniiiatief-voorstel is echter geen wet gewor-
den. De Regeering beeft intusschen zelf een voors'el
ingediend tot wijziging van de leerlingenschaal. De
bedoeling hiervan is dat eenigszins vervroegd weder
gaat werken de leerlingenschaal vastgesteld bij de wet
van 16 Februari 1923, Staatsblad no. 38, welke tijdelijk
tot uiterlijk 31 December lQzQ door een ongunstiger
regeling is vervangen.