101
Bezoldiging concierge
Bronsteesehool.
DECEMBER 1928
Aari den Raad.
Op ons voorstel is in Uwe Vergadering van 28 Juli
1Q27, onder no. 86, vastgesteld eene verordening
regelende de aanstelling en bezoldiging van den con-
cierge der Bronsteeschool. In die verordening is de
bezoldiging bepaald op f 1300.— per jaar, benevens
vrije centrale verwarming van de woning.
Het bedrag der bezoldiging is door ons aldus aan
U voorgesteld omdat als taak gesteld werd het schoon-
houden van het gebouw en bijbehoorend terrein,
alsmede de zorg voor de centrale verwarming van
het gebouw en het tijdig openen en sluiten van het
gebouw, zoodat de betrokken persoon dus niet ver-
plicht zou zijn gedurende de schooluren in het gebouw
aanwezig te zijn.
Blijkens een bij ons ingekomen advies van het
Hoofd der School is echter de aanwezigheid overdag
van een concierge een volstrekte behoefte. De motie-
ven welke daarvoor gelden zijn in dat advies meer
uitvoerig omschreven. Wij noemen U daarvan le. de
stoornissen welke het onderwijs ondervindt wanneer
herhaaldelijk een der kinderen de deur moet openen
wanneer er tijdens de schooluren gebeld wordt 2e.
de wenschelijkheid van 'toezicht bij het aan- en uit-
gaan der school, welk toezicht thans door een der
leerkrachten moet worden uitgeoefend, terwijl deze
öf voorbereidende werkzaamheden voor de lessen
heeft te verrichten öf om bepaalde redenen nog niet
in zijn klas kan worden gemist3e. een regehnatig
toezicht op gebouw en inrichting, zoodat eventueele
beschadiging spoediger wordt opgemerkt4e. zorg
voor de leermiddelen, zoodat deze langer in gebruik
kunnen zijn 5e. het toelaten van de ouders, welke
het Hoofd der school wenschen te spreken over de
belangen van hunne kinderen, waartoe vooral de aan-
wezigheid van de U.L.O. school aanleiding geeft.
Deze motieven, welke de wenschelijkheid aantoo-
nen van de aanwezigheid van een concierge, ook
tijdens de schooluren, zouden met meerdere kunnen