116
Geldleening.
20 DECEMBER 1928
De Raad der gemeente Heemstede
Overwegende, dat krachtens raadsbesluit van heden,
no. in, op 1 April 1929 vervroegd zal worden afge-
lost het restant van de 6 pCt. geldleening 1924, oor-
spronkelijk groot f i 600.000.— zoodat eene nieuwe
geldleening zal behooren 4e worden aangegaan
Gehoord het voorstel van Burgemeester en Wet-
houders, alsmede het advies van de Financieele Com-
missie
Gelet op de artikelen 136 en 194 der Gemeente-
wet
BESLUIT
Burgemeester en Wethouders te machtigen met de
Rijkspostspaarbank te Amsterdam eene geldleening
aan te gaan ten laste van de gemeente Heemstede,
tot een nominaal kapitaal van één millioen twee hon-
derd acht en twintig duizend gulden, tegen eene rente
van vier en een half procent 's jaars en tegen den
koers van 98% pCt. en verder op een grondslagvan
de volgende bepalingen
1. de gelden zullen worden opgenomen op 1 April
1929;
2. van de nominaal geleende hoofdsom zal op een
nader door Burgemeester en Wethouders in overleg
met de Rijkspostspaarbank vast te stellen datum wor-
den afgelost in elk der jaren
f
Totaal f 1.228.000,—
1930
tot
en
met
1934
f 69.000.-
345.000,—
1935
tot
en
met
1936
„48.000.—
96.000,-
1937
tot
en
met
1939
„47.000.—
141.000.—
1940
tot
en
met
1943
„4ö.0i0.—
184.000,—
1944
„45.000.—
45.000
1945
tot
en
met
1954
„20.000,—
V
200 000.—
1955
tot
en
met
1959
19.U00.
V
95.000.—
1960
tot
en
met
1964
„18.000.—
V
90300.—
1965
tot
en
met
1968
7.000.—
1)
28.000,-
1969
4.000.—
V
4.000,—