21 DECEMBER 1928
grijpt, omdat een goed reclamemiddel voor Heemstede,
vooral in den tegenwoordigen tijd natuurlijk zeer moet
worden toegejuicht.
De heer Kwak zegt, dat het hem genoegen doet, dat
Mevrouw Bigot thans één lijn met hem trekt. Wanneer
eens wordt nagegaan, wat Heemstede aan reclame doet,
dan is dit werkelijk heel weinig. Op de begrooting wordt
onder den post advertentiën een bedrag geraamd van
f 250.Er zijn tal van andere buitengemeenten die op
dit gebied veel meer doen. Drukt men het voetspoor van
den heer Audretsch en wacht men op de afrekening van
Haarlem, dan is de gemeente te laat met haar reclame.
Dan moeten er toch posten gevoteerd worden en komt de
gemeente met een geheel ander budget, terwijl dan ook
de voorstellen voor reclame heel anders zullen moeten
zijn. Spreker is van meening, dat dit bedrag van
4500.voor reclame niets te veel is.
De heer Jhr. v. d. Poll, Wethouder, kan het niet met
den heer Kwak eens zijn, dat momenteel reclanre zoo
hard noodig is. Heemstede heeft een goeden naam in het
land; de gunstige omstandigheden, zooals lage belastin-
gen e. d. zijn bekend. Er is dan ook jaarlijks een toeloop
van menschen, die momenteel voldoende is te achten.
Spreker zegt, dat men hier een bepaalde categorie men-
schen noodig heeft. Hij is niet van meening, dat verlichte
torens een gewenscht reclamemiddel is. Ten aanzien van
de opmerking van den heer De Boer, die medelijden toon-
de met het werk, dat Burgemeester cn Wethouders aan dit
voorstel hebben gehad, wil spreker zeggen, dat cht vol-
komen juist is, doch dat dit medelijden zicn niet tot hem
behoeft uit te strekken, aangezien hij zich steeds in het
CoIIege heeft verzet tegen dit voorstel. Spicker vindt het
idee heel aardig, doch acht de financiëele gevolgen thans
nog niet heelemaal te overzien en ook niet te verant-
woorden.
De heer Van Unen is van meening, dat, wanneer recla-
me moet worden gemaakt voor de gemeente, dit op doel-
treffender wijze kan geschieden door reclaine in boekjes,
gidsen e. d. Spreker acht een reclame door nriddel van
verlichte uurwerken alleen geschikt voor inboorlingen;
rnen kan beter overdag reclame maken.
Mevrouw De Voogt merkt op, dat vroeger het uurwerk
van het raadhuis verlicnt was en vraagt waarom dit thans
niet meer het geval is.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit komt omdat
de lantaarn, waaraan de reflector was verbonden, is weg-
genomen.
De heer v. d. Erf zegt, dat het overbothg is, zooveel
reclame te maken. Er wordt reeds veel reclame gemaakt,
zooals door lage belasting etc. en dit is z.i. een veel be-
tere reclame. Het idee van clen heer Rijkes om voorloopig
één verlicht uurwerk aan te brengen, acht spreker nog