19
31 Januari 1929
meetelt voor pensioensgrondslag. Spreker zal dan ook
zijn stem uitbrengen tegen deze verkapte loonsver-
hooging.
De heer Van der Linden kan zich geheel aansluiten
aan de woorden van Mevrouw Bigot en acht het
overbodig dit nader te motiveeren.
De heer Van Unen merkt op. dat de loonen van
de gemeente-werklieden en -ambtenaren het laatst zijn
vastgesteld in 1920, dus in den allerduursten tijd. Na
dien tijd zijn de loonen in verschillende andere ge-
meenten en bedrijven verlaagd in Heemstede was
dit echter niet het geval. Spreker acht het dan ook
geheel overbodig om de loonen hier te verhoogen.
De loonen, die in Heemstede uitbetaald word^n kun-
nen gerust vergeleken worden met ieder loon, dat in
het parttculier bedrijf wordt uitbetaald Zoo verdient
hier een werkman op 23 jarigen leeftijd f 30.72, welk
loon stijgt tot f 32.16, terwijl het maximum loon
f 38.40 bedraagt Het zou verder een groote onbillijk-
heid zijn om het geld van zoovele kleine burgers te
gebruiken om aan een bepaalde categorie vacantie-
toeslag te geven. Zijn er werkelijk belangen voorden
arbeider om de vacantie elders door te brengen, dan
moet hii daarvoor sparen
De heer Van der Erf zegt, geen verdediging te zul-
len houden voor vacantietoeslag. Alleen wil hij dit
opmerken, dat het voor de groote gezinnen zeker niet
mogelijk is om een duitje op zij te leggen voor de
vacantiedaar moet al genoeg worden overgelegd
voor verschillende andere doeleinden.
De heer Kwak merkt op, dat hier een principeele
uitspraak wordt gevraagd en dan moet hij zeggen,
tegen vacantietoeslag te zijn. Uit een goed loon moet
iets kunnen worden overgehouden voor de vacantie
kan dit niet, dan zijn de loonen te laag. Spreker noemt
iiei echter nenedeu de waardigheid van een arbeider,
om bij wijze van fooi, vacantietoeslag te aanvaarden.
De heer Audretsch kan vacantietoeslag in het ge-
heel niet als een fooi beschouwen en meent dat dit
bezwaar dus zeer goed kan vervallen. Het overleggen
van het loon acht spreker in de practijk uitgesloten,
omdat de arbeider zijn verbruik inricht naar zijn loon
en daarvan voor de vacantie niets kan overhouden.
De heer Vring acht het overbodig om over deze
zaak tot vanavond laat nog te praten. ledereen heeft
immers zijn stem in zijn zak. Spreker begrijpt alleen