31 Januari 1920
25
cn de gemeente kan de kindertoeslag worden betaald
door de gemeenschap: bij particulieren zal uit een voor
dit doel te vormen kas deze kindertoeslag moeten wor-
den betaald, doch zoolang hieromtrent geen enkele zeker-
heid bestaat, kan spreker er principieel niet voor ge-
voelen van gemeentewege tot toekenning van kindertoe-
slag over te gaan.
De heer Audretsch zegt zich bij de woorden van den
heer Vring geheel te kunnen aansluiten.
Mevrouw Bigot merkt op, dat de kwestie hier weer
door elkaar wordt gehaald. Vacantietoeslag is heel iets
anders dan kindertoeslag. Spreekster zegt, dat wanneer
het loon voor den arbeider te laag is, dit verhoogd moet
worden. Het loon moet echter bepaald worden naar de
arbeidsprestatie. De regeling waar de heer de Boer over
sprak, geldt alleen bij Katholieke bloemisten, die dit doen
uit liefde voor hun partij.
Principieel kunnen de sociaal democraten niet vôör
kindertoeslag zijn. Het loon moet worden vastgesteld in
overleg tusschen werkgever en werknemer.
De heer v. d. Erf zegt, het rnet eens te zijn met Mevr.
Bigot. Het is hem ook nu weer opgevallen, dat juist
degenen, die steeds den mond vol hebben over de be-
langen van de arbeiders, tegen kindertoeslag zijn. Spre-
ker zegt, dat Mevrouw Bigot zoo juist heeft beweerd, dat
het loon moet worden vastgesteld in overleg tusschen
werkgever en werknemer. In dat geval moet het dan ook
nrogelijk zijn om in overleg te treden over het eventueel
verleenen van kindertoeslag. Ten slotte wil spreker nog
zeggen, dat het niet aan te nemen is, dat er onder de
Christelijke denkenden nog gevonden zullen worden, die
tegen kindertoeslag stemmen.
De heer Kwak merkt op, dat hetzelfde loon, dat ge-
geven wordt aan een werknemer met een klein gezin en
voor dezen voldoende is, toch onmogelijk voldoende kan
zijn voor een werknemer met een groot gezin. Daarom
is het wel degelijk een eisch van rechtvaardigheid, dat
een werkgever bij de bepaling van het loon rekening
houdt met de sterkte van het gezin van den werknemer.
De S.D.A.P. zegt nu eenmaal geen fokpremie en daar-
om kan spreker zich voorstellen, dat de socialisten tegen
het principe van kindertoeslag zijn.
De heer Van Unen zegt nog geen bezwaren te heb-
ben gehoord tegen zijn stellingen. Het debat is thans
echter een richting uitgegaan, waarin spreker niet kan
meegaan.
De heer v. d. Erf deelt de tegenstemmers in bij de