31 Januari 1929
27
Het voorstel Iuidt als volgt:
3. Uitbreiding aantal en leden der raadscommissiën.
De heer de Boer zegt, tegen uitbreiding van het aan-
tal leden der raadscommissiën te zijn, aangezien hij de
noodzakelijkheid daarvan in het geheel niet inziet. Het~
zou iets anders zijn, wanneer hier sprake was van wan-
beheer, maar, alles gaat immers uitstekend in Heem-
stede en men hoort nooit anders tot zelfs in de Kamer
äls met lof over de gemeente spreken.
De Commissies bestaan nu al sinds jaren uit drie
leden; waarom zou men daar nu ineens verandering
in willen brengen? Spreker ziet hierdoor een soort wrij-
ving ontstaan, aangezien het toch ook niet goed kan zijn,
dat een raadslid om de haverklap zijn neus gaat steken
in Gemeentezaken. Dit zou bovendien ook weer rneer
werk aan den winkel geven en ook meer werk aan de
ambtenaren bezorgen. Er komt echter ook nog bij, dat
niet ieder raadslid den tijd heeft om zitting te nemen
in die commissies. Het gevolg nu van een en ander zou
kunnen zijn, dat er personen zijn, die van een candida-
tuur voor het raadslidnraatschap moeten afzien. Spreker
herinnert zich hoe men eenige jarén geleden aan een
raadslid een bepaalde functie wilde opdragen en deze
tengevolge van zijn zeer drukke werkzaamheden moest
bedanken. Voorts zal het bij uitbreiding van het aantal
leden der commissiën ook al weer moeilijker worden om
de vergadering op een zoodanig tijdstip te houden, waar-
op het ieder lid schikt, aanwezig te zijn. Om al deze
redenen wil hct spreker voorkomen, beter te zijn de
samenstelling der commissiën nu maar te laten zooals zij
is.
De heer Breed zegt eveneens tegen uitbreiding van het
aantal leden der raadscommissiën te zijn en wel orn prin-
cipieele redenen. Spreker vraagt of het nu werkelijk zoo
noodzakelijk is, dat ieder raadslid zitting heeft in een
commissie. Het is immers nog de vraag of ieder raadslid
volcloende kwaliteiten bezit, om een dergelijke functie
waar te nemen. Bovendien zal de gemoedelijkheid zoo
genrakkelijk verdwijnen ,wanneer die commissies worden
uitgebreid en door den Voorzitter zonder meer zal wor-
den gedecreteerd, wanneer het vergadering is.
De heer Rijkes wil gaarne als eerste onderteekenaar
van het adres, dat tot deze voordracht heeft geleid, op-