31 Januari 192Q
28
merken, dat het tot heden wel eens voorkwam, dat een
of ander lid verhinderd was om een Commissie-vergade-
ring bij te wonen, waardoor de Voorzitter met één lid
overbleef. Dit kan natuurlijk moeilijk een grondige af-
doening der zaken bevorderen. Spreker zegt, dat het hern
persoonlijk eens gepasseerd is, dat hij in een vergadering
van een commissie, waar één lid afwezig was, met den
Voorzitter alleen overbleef. Hij acht het dan ook niet van
belang ontbloot, om dit door uitbreiding van het aantal
leden der commissies zooveel mogelijk te voorkomen.
De heer v. Unen zegt, niet de vrees te kunnen deelen
van den heer de Boer, dat door de uitbreiding van het
aantal leden der commissies, de leden zich te veel zullen
gaan bemoeien met bestuurszaken. Spreker wijst in ver-
band hiermede op den inhoud van artikel 54 der Gc-
meentewet, waarbij de Commissies worden belast om
eenerzijds clatgene voor te bereiden, waarover de Raad
heeft te beslissen en anderzijds Burgemeester en Wet-
houders in het beheer van bepaalde takken van de huis-
houding der gemeente bij te staan. Hierdoor is dus uit-
gesloten, dat de commissies zich zullen benroeien met het
gemeentelijk beheer. Spreker kan er integendeel niet on-
sympathiek tegenover staan, dat er onder de raadsleden
en strooming is om zich zooveel mogelijk op de hoogte
te stellen van de gemeentezaken en aan de behartiging
daarvan mede te doen. Het blijft noodzakelijk, dat de
commissies coulante Voorzitters houden.
De heer Audretsch zegt, zich geheel bij het gespro-
kene door den heer Rijkes te kunnen aansluiten.
De Voorzitter merkt op, dat Burgemeester en Wet-
houders het zeer hebben gewaardeerd, dat er uit den
Raad een verzoek is gekomen om het aantal leden d.er
Raadscommissiën uit te breiden. De raadsleden hebben
hierdoor te kennen gegeven, dat zij er prijs op stellen
zich in te werken in de gemeentezaken. Of dit nu door
4 leden beter en gemakkelijker zal gaan dan door 3 leden,
zegt spreker, dat rnen bij 4 leden eerder zal overgaan
tot een vergadering. Van den anderen kant zal het nu
misschien eerder voorkomen, dat niet alle leden present
zijn, en zoo zullen beiden wel wat voor en wat tegen
hebben.
De heer de Boer zegt natuurlijk gaarne ieder het zijne
te geven, doch wilde slechts een paar opmerkingen naar
voren brengen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
het aantal leden der commissies met één lid uit te breiden.