31 Januari 1Ö29 29 Üe heer Breed verzoekt aanteekening, dat hij wenscht geacht te worden hier tegen te zijn. Alsdan komt in behandeling het voorstel tot instelling eener nieuwe raadscommissie voor het Onderwijs. Mevrouw Bigot rnerkt naar aanleiding van de voor- dracht op, dat er naar hare meening een misverstand bestaat over de werkwijze van deze nieuwe commissie. Het ligt nd. geenszins in de bedoeling, dat door de ge- meentelijke overheid zal worden ingegrepen in de op- voeding van de jeugd. Spreekster begrijpt dan ook met, welke moeilijkheden Burgemeester en Wethouders ver- wachten. Het is toch bijv. gewenscht, dat subsidie-aan- vragen voor instituten voor volksopvoeding ook deze nieuwe commissie passeeren en daar worden onderzocht; zoo houdt het verkeer ook weer indirect contact met de opvoeding en zijn er zeker nog meerdere zaken,_die de aandacht van deze commissie ten volle waard zijn, die samengevat kunnen worden onder opvoeding van de bur- gerij in algemeenen zin. De heer Van Unen merkt op, dat het na de woorden van Mevrouw Bigot overbodig is gebleken, dat Burge- meester en Wethouders nader motiveeren, waarom zij het ongewenscht achten de opvoeding onder den werk- kring van deze commissie te brengen. De moeilijkheden, hieraan verbonden, komen niet, doch zijn er al. Ër worc t gesproken over „opvoeding van de burgerij in algemeenen zin" Spreker zegt er in het geheel niet op gecharmeerd te zijn, dat de Raad zich met zijn opvoeding bemoeit. Wanneer Mevrouw Bigot voorts subsidieaanvragen door instituten van volksopvoeding door deze commissie wil laten beoordeelen, dan heeft zij blijkbaar geen goeden kijk op den werkkring van de financiëele Commissie, die deze aanvragen steeds met den meesten ernst bekijkt en zich niet alleen afvraagt of hier en daar misschien f 100 te vee! wordt gevraagd. Achteraf is spreker dan ook zeer verheugd, dat Burgemeester en Wetliouders alleen voor- stellen ee'n commissie voor het Onderwijs in te stellen en hieraan verder geen uitbreiding willen geven. De Voorzitter merkt nog op, dat Burgemeester en Wet- houders niet voorzien hebben, dat het in het voornemen lag om subsidie-aanvragen betreffende volksonvoeding ook om advies te renvoyeeren naar deze commissie. Spre- ker is echter van meening, dat dit in het geheel met tot de taak van deze commissie behoort. Het karakter van deze commissie moet zijn om Burgemeester en Wethou- ders bij te staan in zaken betreffende het onderwijs. Daaronder ressorteert dus ook indirect de opvoeding.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1929 | | pagina 29