15
28 Februari 1929.
WIJZIQINQ BESLUIT STEUN „HEEMSTEDE'S
BELANG".
Aan den Raad.
Zooals wij in ons voorstel, behoorende bij Uw
besluit van 17 Maart 1927, no. 32 reeds mededeelden,
werd aanvankelijk in het raadsbesluit van 29 October
1920, no. 99, gewijzigd 25 Februari 1921, bepaald,
dat de Woningbouwvereeniging „Heemstede's Belang"
van het aan die Vereeniging ten behoeve van den
bouw van 69 woningen verstrekte voorschot eene
rente verschuldigd zou ziin van 6^? pCt. Deze rente
werd aldus bepaald, omdat een gedeehe van het ver-
strekfe voorschot was bes'reden uit de 7 pCt. geld^
leening 1920 en een ander gedeelte uit de 6 pCt.
geldleening 1924.
Toen op 1 Decerriber 1926 werd overgegaan tot
conversie der 7 pCt geldleening, besloot Uwe Raad
bij het eerstaangehaalde besluit, te rekenen van dien
datum af, de rente van het verstrekte voorschot op
5L? pCt terug te brengen. In ons betrekkelijk voori
stel werd toen reeds medegedeeld, dat, zoodra con-
versie der 6 pCt. geldleening zou kunnen plaats heb-
ben, nader zou kunnen worden overwogen of def
verschuldigde rente lager dan op51^ pCt. zou kunnerf
worden bepaald.
Bedoelde 6 pCt. geldleening 1924 wordt met 1 Aprif
ä.s. geconverteerd in eene 4L? pCt geldleéning, zoo-
dat er thans o.i. aanleiding bestaat ook de voorwaar-1
den van „Heemstede's Belang" met ingang van dien,
datum te herzien.
Omdat de beide conversieleeningen met disagio
zijn gesloten, (de koers der leeningen was resp. 97)*j
pCt. en 98^ pCt komt het ons voor, dat de door
„Heemstede's Belang" verschuldigde renfe iets hooger'
dan 4 1/2 pCt behoort te worden bepaald.
Wij stellen U daarom voor, bedoelde voorwaarden
zoodanig te wijzigen, dat het rentepercenfage van
5 1/2 pCt. wordt gebracht op 4 5/8 pCt. en deze wij-
ziging te laten ingaan op 1 April a.s.