17
28 Februari 1929 7
Art. 10.
De N.V. verlcent aan het Bestuur van.de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten het recht om een ver-
tegenwoordiger aan te vvijzen ten einde toezicht te houden
op de r:chtige naleving van deze overeenkomst, en de
juiste toepassing der vleeschkeuringswet, Veewet en de
daarop betrekking hebbende algemeene maatregelen van
Bestuur.
De aldus aangewezen persoon heeft het recht voor zich
en degenen, welke hem vergezellen, de ruimten waarin
het bedrijf wordt uitgeoefend te allen tijde te betreden;
hij heeft verder het recht inlichtingen te verlangen van de
Directie der N.V. betreffende de uitvoering van den
dienst, alsmede om algemeene vergaderingen en verga-
deringen van den Raad van Beheer van de N.V. bij te
wonen, voor zoover daar onderwerpen ter sprake komen,
met zijn taak in verband staande.
De hier bedoelde vertegenwoordiger kan in overleg
met de N.V. zijn bevoegdheden voor ieder bepaald geval
aan een ander overdragen.
Wanneer naar zijn oordeel tot eenigen maatregel be-
sloten wordt, welke met het in deze overeenkomst of wet-
ten enz. bepaalde in strijd is, is de N.V. verplicht dezen
maatregel te schorsen, tot hierover uitspraak zal zijn ge-
daan door de daartoe bevoegde autoriteit of door den
bevoegden President der Arrondissements-Rechtbank.
Art. 11.
De N.V. keert aan de Gemeente een bedrag uit voor
'fC'm ftuk V6e' hetwe!1{ uit het gebied der Gemeente aan
de N.V. wordt afgeleverd, met uitzondering van de die-
ren, waarbij onthuiding door de daartoe bevoegde auto-
riteiten verboden is.
Deze uitkeering staat in verhouding tot de dichtheid
van den veestapel in de verschillende landbouwgebieden
op giondslag van de officieele veetellingen en wordt be-
rekend naar de bruto-opbrengst van een stuk vee.
Aldus dat de uitkeering bedraagt van de bruto-op-
brengst:
1Voor een rund:
2/2% in een landbouwgebied waar minder dan 75 st.
per 100 H.A. zijn.
1/2% 75 tot 125 stuks per 100 H.A.
10 125 stuks en daarboven per 100 H.A.