13
28 Februari 1929.
De betaling geschiedt in twee halfjaarlijksche ter-
mijnen, en wel
a. op 1 Maart zööveel maal een bedrag van f 200.
als het getal kinderen uit die gemeente is, die bij den
aanvang van het cursusjaar krachtens de schoolgeld-
verordening als leerling moesten worden beschouwd; en
b. op 30 Augustus d.a.v. het restant.
Artikel 4.
De bijdrage, bedoeld in artikel 2, is ten aanzien
van leerlingen, die tusschentijds op de school worden
den toegelaten, of, reeds leerling zijnde, inwoner der
gemeente Heemstede worden, slechts verschuldigi
voor zööveel twaalfde gedeelten, als er nog maanden
in het cursusjaar moeten verloopen, gedeelten van
eene maand voor eene geheele te rekenen.
Artikel 5.
Bij het verlaten der school en zoo ook bij overlij-
den van den leerling, is de bijdrage slechts verschul-
digd voor zööveel twaalfde gedeelten, als de leerling
in het cursusjaar maanden de school heeft bezocht,
gedeelten van eene maand voor eene geheele te re-
kenen.
Artikel 6.
Indien de ouders, voogden of verzorgers der leer-
lingen of die, bij meerderjarigheid, zelf de ge-
meente Heemstede verlaten, is de bijdrage verschul-
digd voor zööveel twaalfde gedeelten, ais het aantal
maanden bedraagt, dat de leerling volgens de om-
schrijving van artikel I inwoner van Heemstede was,
gedeelten van eene maand voor eene geheele te re-
kenen.
Artikel 7.
Indien een leerling wegens ziekte gedurende min-
stens 4 (onderseheidenlijk 8, 12) achtereenvolgende
maanden van het jaar buiten staat is geweest de school
te bezoeken, wordt op verzoek van de gemeente
Heemstede deswege teruggaat of ontheffing verleend
van 1/3 (onderscheidenlijk 2/3,, h.et geheele bedrag)
der bijdrage.