28 Februari 1929
48
het doel, waarvoor het zou worden gegeven. Daarom
js het nut van een extra uitkeering per week veel
grooter. Spreker zou ook willen adviseeren om geen
bepaalden termijn voor die extra uitkeeringen vast te
stellen omdat dit verkeerde illusies zou kunnen wek-
ken. Burgemeester en Wethouders zullen heusch wel
naar bevind van zaken handelen, daar zij ook ae
overtuiging hebben, dat bij velen het potje op îs. In
verband met het vorenstaande ontraadt spreker zoowel
het eerste als het tweede voorstel van Mevrouw Bigot
aan te nemen.
Mevrouw Bigot zegt, dat haar verweten is, een
politiek fortuintje te hebben willen oogsten. Daar is
echter geen sprake van geweest. Het zijn dan ook
allemaal mannen, die hier gesproken hebben en mets
met een huishouden en de kosten die daaraan ver-
bonden zijn, hebben te maken. Elke man komt aan
tafel en vindt zijn maaltijd gereed. Maar wanneer nien
een inkomen heeft dat maanden en maanden beneden
peil is dan wordt het voor een huisvrouw moeihjker.
Er ziji'i daarom veel sclmlden gemaakt, tengevolge
waarvan vele kleine kruideniers, melkboeren enz. ook
in zeer moeilijke omstandigheden zijn geraakt. üok
na de verhoogde uitkeering zijn de uitkeenngen tocli
nog steeds beneden het normale loon van een aibe-
der gebleven en dit is voor degenen, die vanaf No-
vember werkloos zijn een uiterst bezwarende omstan-
digheid. Wanneer Burgemeester en Wethouders toe-
zeggen, dat zij de extra uitkeering zullen handhaven
tot zoolang daaraan behoefte blijkt te zi;n, dan wil
spreekster den termijn van 4 weken laten vallen, doch
handhaaft evenwel haar verzoek om een extra uitkee-
keering ineens van f 25
De heer Van Unen merkt op, dat Mevr. Bigot ge-
heel op zij zet, hetgeen spreker in het midden lieeft
gebracht door te zeggen „het zijn maar mannen
Dank is nu echter niet direct een zuiver minnehjxe
deugd. Als de Raad echter enkel uit vrouwen was
samengesteld geweest, dan had spreker dan ook on
getwijfeld meer dank verwacht, tenzij al die vrou.ven
lid zouden zijn van de S.D A P.
De heer Van der Erf zegt, door de woorden van
Mevrouw Bigot allerminst tot een andere meening te
zijn gekomen. ln tegenspraak met de opmerkmgen
van Mevrouw Bigot durft spreker gerust te verklaren,
dat hem zeer goed bekend is, welke de verhoudmg is,
tusschen inkomsten en uitgaven in een arbeidersgezin.