30 Mei 1929
94
dat er een jongen is, die de eitjes van vogels op de
tramrails legt, om ze zoo stuk te laten rijden.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit inderdaad
zeer bedroevend is. Het ligt echter meer op den weg
van de ouders en van het huisgezin in het algemeen
dan op den weg van de Overheid om hiertegen te
waarschuwen, omdat het hier een kwestie van op-
voeding betreft. Een en ander neemt niet weg, zegt
spreker, dat hij nog meer dan vroeger zal laten op-
letten. Spreker is er evenwel van overtuigd, dat deze
practijken ook de boschwachters aan het hart gaan
en het hun ook zeker leed doet.
Stukslaan van ruiten
Mevrouw de Voogt wil verder nog mededeelen,
dat haar ook verschillende klachten hebben bereikt
over het stukslaan van ruiten door de jeugd. In ver-
band hiermede, wijst zij op de ruiten van het eertijds
door den heer Vester bewoonde huis aan de Lanck-
horstlaan, zoo ook op het huis van den heer Hoge-
veen op den hoek van den Achterweg en de Laan
van Insulinde en op de Belvédêre in Groenendaal.
Spreekster zegt, dat hiertegen misschien ook niet zoo
hee! veel is te doen, doch wellicht komen haar mede-
deelingen in de courant en zou op deze wijze de
aandacht van de ingezetenen hierop kunnen worden
gevestigd.
De Voorzitter zegt, dat ook hierop wel degelijk
wordt gelet. Het is echter ook al weer niet mogelijk
om bij ieder huis een agent te plaatsen. Ook deze
practijken typeeren wel een zeker beschavingspeil,
hetgeen wel zeer valt te betreuren. Niemand heeft
hiervan immers plezier, zegt spreker.
Mevr. de Voogt vraagt, of niet een verzoek tot de
Hoofden van Scholen zou kunnen worden gericht om
eens wat stelling te gaan nemen tegen de baldadig-
heid van de jeugd.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit al eens
gedaan is, doch zonder bezwaar dit nog eens kan
worden herhaald.
De heer De Boer merkt op, dat het niet kwaad is,
dat de bewoners bij het verlaten van hun huis niet
alle gordijnen voor de ramen weg nemen, hoewel
het misschien niet tot de taak van de Overheid be-
hoort om dit te bevorderen.