27 Juni 1929. 110
beveling verdienen, vooral met het oog op de dui-
zenden menschen, die uit Zandvoort komen.
De Voorzitter acht het raadzaam de discussies over
dit punt nu rnaar te sluiten. Burgemeester en Wet-
houders zullen de plaatsing van waarschuwingsborden
in overweging nemen.
De heer De Boer is wel van meening, dat die
borden niet zoo duur zijn, doch zou tocli wel graag
willen weten of hiermede nu een afdoende oplossing
wordt bereikt. Er wordt nu maar ineens een besluit
genomen, waa'voor crediet is benoodigd en van dit
alles wist spteker een uur geleden nog niets.
De heer Dr. Droog, Wethouder, meent dat er straks
nog meer adviezen zullen komen. Spreker zou echter
gaarne zien, dat eerst nog eens door een deskundige
wordt overwogen cp welke wijze de beste oplossing
wordt verkregen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens be-
sloten Burgemeester en Wethouders fe machtigen de
waarschuwingsborden te doen plaatsen, wanneer de
deskundigen zich hiermede kunnen vereenigen.
Uitbreiding aantal plantsoenwachters.
De heer Van der Linden zegt, vernomen te hebben,
dat het voornemen bestaat om het aantal plantsoen-
wachters uit te breiden. In verband hiermede, vraagt
spreker of ook het voornemen bestaat om rekening
te houden met de opmerkingen, die spreker bij de
behandeling der begrooting voor 1929 heeft gemaakt
ten opzichte van de diensturen der plantsoenwachters.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij binnenkort
bij Burgemeester en Wethouders met de voordraeht
voor de benoeming van twee plantsoenwachters zal
komen.
De heer Van der Linden zegt, dat het hem nu te
doen is om de dienst als zoodanig, dus om de werk-
verdeelirtg.
De Voorzitter merkt op, dat het uit financieel oog-
punt niet mogelijk is om bepaalde personen aan te
wijzen, die uitsluitend belast worden met de functie
van boschwachter. Er is thans alleen crediet beschik-
baar om meer boschwachters aan te stellen, doch niet
om een vast stel boschwachters aan te stellen.
De heer Van der Linden acht het grootste bezwaar
hierin gelegen, dat de functie van boschwachter be-
schouwd wordt als een nevenbetrekking. Vo'gens de