44
25 Juli 1929.
RIJKSBIJDRAGE VOOR GROENENDAAL.
Aan den Raad.
Bij de beliandeling van de gemeentebegrooting is
U meermalen gebleken, dat het bezit van het wandel-
bosch „Groenendaal" voor de gemeente elk jaar niet
onbelangiijke financieele offers medebrengt. Met het
oog op den algemeenen financieelen toestand der
gemeente waren die echter tot voor kort geleden niet
bezwaarlijk en hebben wij het niet wenschelijk ge-
vonden voor de instandhouding van het bosch eene
Rijksbijdrage te vragen. Nu intusschen de omstandig-
heden voor de gemeente belangrijk zijn gewijzigd,
hebben wij ons in verbinding gesteld met den Minis-
ter van Binnenlandsche Zaken en Landbouw met het
verzoek te willen bevorderen dat aan onze gemeente
krachtens artikel 12 der Boschwet eene bijdrage uit
's Rijks kas wordt verleend.
Krachtens dat artikel toch kunnen ter bewaring van
natuurschoon, gevormd door bosschen en audere
houtopstanden, o.m. aan publiekrechtelijke lichamen
al of niet voorwaardelijk geldelijke bijdragen uit 's Rijks
kas worden verleend.
Wij zijn van meening, dat door onze gemeente,
welke zich elk jaar belangrijke uitgaven getroost om
genoemd wandelbosch als natuurschoon in waarde te
houden en voor het publiek open te houden, niet
alleen een plaatselijk, doch zeer zeker ook een alge-
meen belang wordt gediend en dat daarom voor
Groenendaal aanspraak op bedoelde bijdrage kan
worden gemaakt.
Van den Directeur van het Staatsboschbeheer ont-
vingen wij dan ook de mededeeling, dat de Minister
bereid is te bevorderen dat aan onze gemeente, in
het belang van de bewaring van natuurschoon, gedu-
rende een termijn van tien jaren eene bijdrage van
f 20C0.per jaar wordt verleend in de kosten van
instandhouding van Groenendaal.
Aan de aanvaarding van deze bijdrage zijn de na-
vclgende voorwaarden verbonden