3 OCTOBER 1929.
(Bijlage C.)
c.
d.
a. In afwijking van het vorenstaande wordt aan Bur-
moeenikerteenhPWeHth°UderS 0Pëedragen zooveel
Saffe h KK bevorderen. dat de bebouwing zal
plaats hebben zooals op de teekening en de om-
schrijving is aangegeven-
b. Burgemeester en Wethou'ders kunnen voor hoek-
n^bîrzTndeV001" °"re2e'matig begrensde terreinen
h"; S^°ndere g.evaHen afwijking toestaan van de
vân n hTS JJVlng aaigegeven minimum diepten
van onbebouwde ruimte op eigen erf, langs den
weg of aangrenzend terrein;
hM7°ntSH ZU"en Bnrgemeester en Wethouders in
M i? g Cn afwiJ'kingen van ten hoogste
1 M. kunnen verleenen van de in deze beschrijving
bedoelde afmet.ngen, wanneer zulks een goedf
exploitatie niet zal schaden; g
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing
dtethen^vnVaiî de °îlder b genoemde minimnm
Hekpn H ge ultbouwtjes, zooals erkers, por-
schuurh-ef en 6n dergeliike- alsmede voor
in 5es' g,arages en pneeltjes, die niet hooger
z jn dan 3 Meter en waarvan de plaats en con-
structie door hen moeten worden goedgekeurd-
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzon-
dere gevallen afwijking toestaan met eene woning
van het m deze kolommen genoemde grootste
aantal aaneen te bouwen woningen-
SfpinadHeeImg der ™e6en in rijstraat,' trottoirs, rij-
wielpad enz. wordt aoor Burgemeester en Wet-
houders geregeld;
g. De straal der afronding op de hoeken van wegen
faûr V°î°r uZ°°yer deze niet °P de bij deze toe-
hchtende beschrijving behoorende teekening anders
dragengegeVen' tenminste 10 Meter moeten be-
Behoort bij raadsbesluit van 3 October 1929.
De Sec^ris, De Voorzitter>
e.
f.