71 28 November 1928. Zooals wij U reeds vroeger hebben opgemerkf, geeft art. 33 der Lager Onderwijswet 1920 aan, dat de gemeente gehouden is tot toekenning van g'elijke belooning aan de in de gemeente gevestigde bijzondere scholen, die in hetzelfde geval verkeeren. Wij stellen U verder voor, aanwijzing en ontslag a's plaatsvervangend Hoofd voor het vervolg aan ons College over te laten, omdat de keuze voor die aan- wijzing toch steeds zeer beperkt is. Een ontwerp-besluit bieden wij U hiervoorter vast- stelling aan, Heemstede, 22 October 1929. Burgemeester en Wethouders van Heemstede, J. P. W. van Doorn. De Secretaris, N. Vos. De Raad der Gemeente Heemstede Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethou- ders, dd. 22 October 1929 Gelet op art. 33 der Lager Onderwijswet 1920; BESLUIT I. te bepalen, dat aan een onderwijzer, welke als plaatsvervangend Hoofd van eene openbare school voor lager of voor uitgebreid lager onderwijs is aan- gewezen, eene belooning zal worden uitgekeerd berekend naar f 100.— per jaar. II. de aanwijzing van eep. onderwijzer tot plaats- vervangend Hoofd, alsmede de intrekking van zulk een aanwijzing aan Burgemeester en Wethouders over te lafen. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 Januari 1930. Oedaan ter openbare raadsvergadering van den 28 November 1929. De Secretaris, De Voorzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1929 | | pagina 2