30 Januari 1930.
28
toe, dat er een commissi'e in het leven is geroepen
die aangeeft welke geschemken voor iedere gemeetite
het beste past en aan welk geschenik behoefte be-
staat. Waar het door Heemstede te geveri kleed ori-
getwijfeld van zeer goede kwaliteit zal zijn, kan spre-
ker zich met dit voorstel geheel vereenigen.
De heer De Boer gaat van het standpunt uit, dat
de zaak van de provincie ook ,,,onze zaak is, Men
moet ten allen tijde de overheid eeren en bovendien
volger.s zijn stand leven. Heemstede moet netjes voor
den dag komen. Wat betreft de aard van het ge-
schenk zegt spreker dat men er niet op de eerste
plaats aan moet denken wat men zelf graag geeft,
doch dat men er rekemmg mee moet houden, wat een
ander graag wil ontvangen.
De heer Moolenaar zou liever zien, dat de gemeente
een wandbekleeding gaf. Spreker betreurt het, dat
strako het geschenk van Heemstede zal worden ver-
trapt.
De Voorzitter zegt, dat de gemeente niet geheel vrij
was in het bepalen van hare keuze. Zooals bekend
is, is er een commisisie, die de te gevem geschenken
voor de verschillende gemeenten heeft uitgekozen.
Bij die geschenken behoorden ook wandtapijten doch
deze zijn vanwege de zeer hooge kosten voor an-
dere gemeenten bestemd. Men meende evenwel, dat
het kleed wat bestemd was om door Heemstede te
geven een waardig geschenk zou zijn voor de ver-
gaderzaal van de Staten, Men kan nu toch moeilijk
zeggen, dat dit kleed vertrapt zal worden. Het wordt
een kleed, waaruit zal blijken, dat het een gesc'henk
van Heemstede is. De Commissie, zooals de heer
Van Unen opmerkte, bevordert dat er een ze'kere
harmonie zal zijn in de verschillende geschenken en
dat het niet een groote chaos wordt, waardoor aller-
lei geschenken van dezelfde aard worden gegeven.
Hetgeen de heer Van der Erf opmerkte, achtte spre-
ker ook miet juist. Men vindt het toch ook aardig om
zijn Ouders een cadeau te geven, wanmeer zij gaan
verhuizen. Het Provinciehuis is een representatie-
gebouw zoowel van de provincie als van de gemeen-
t.en. Door bij deze gelegenheid een geschenk te geven
toont de gemeente een deel te zijn van de provincie
en geeft daardoor tevens een blijk van saamhoorig-
heid.
De heer Van der Erf merkt nog op, dat men zijn