20 Februari 1930.
41
De heer Kwak merkt op, dat het voor hem moeilijk
is, om hier zijn standpunt te bepalen. De argumentatie
vân den heer Rijkes noemt hij niet mis. Het is on-
tegenzeggelijk waar, dat dit huisje thans eenigszins
in den weg staat, doch duurt het misschien nog wel
15 jaren eer dit perceel goed in den wegstaat. Wan-
neer de gemeente nu dit huisje voor een bedrag van
f 3530.-— kan behouden, dan noemt spreker dit toch
niet te vee! geld. Uit aesthetisch oogpunt bezien is
dit huisje, vooral vanuit het Grotstuk bekeken zeer
mooi en zooals in de voordracht staat een monument
van „Oud Heemstede". Aangezien de gemeente niet
veel van dergelijke monumenten heeft, zou spreker
hiermede dan ook graag zuinig willen zijn.
De heer Van der Erf zegt, na de verschillende
besprekingen gehoord te hebben, het er geheel mee
eens te zijn, dat dit huisje daar zeer mooi is gelegen.
Het zal dan ook zeer moeilijk zijn om een nieuw
huisje te bouwen, dat evengoed als dit in de omge-
ving past. Wat het verkeer betreft zegt spreker, dat
men toch niet moet overdrijven. Het groote verkeer
en het wielrijders verkeer ondervinden. niet de minste
last van deze woning. Voor de wandelaars blijft nog
een stuk trottoir over, terwijl verschillende wandelaars
toch al op het fietspad loopen. Een en ander bij
elkaar genomen acht spreker het dan ook niet eco-
nomisch om dit huisje af te breken en een nieuvv
huis te bouwen dat 8 f 10.000.zal gaan kosten.
Spreker acht dit ook niet in het belang van den toe-
komstigen huurder.
De heer Dr. Droog, Wethouder, heeft tot zijn ge-
noegen geconstateerd, dat hedenavond zoovele leden
van den Raad van hun aestetisch gevoel hebben ge-
tuigd. Met degenen, die het huisje slechts op een
afstand mooi vinden, is spreker het niet eens. Ook
van dichtbij is het heel aardig, doch men moet de
zaak ontleden. Het huisje is inderdaad zeer harmo-
nisch gebouwd. Het dak is zooals het moet zijn,
eenigszins glooiend, zoodat 's winters de sneeu w er
af kan glijden, hetgeen juist het typische is van een
boschwachterswoning. De vensters in de muren zijn
niet te groot en niet te klein, een lage deur verleent
toegang tot het huisje. Spreker durft dan ook te
zeggen, dat in den geheelen omtrek zulk een aardige
boschwachterswoning niet is te vinden. Ook de raam-
verdeeling van deze woning is zoo aardig. Spreker
zou hier dan ook evenals aan den onbekenden soldaat