118 5 Juni 1930 Spreker is van meening, dat wanneer dit voorstel wordt aangenomen, de eigenaars in beroep zuilen gaan, waardoor de gemeente hen op kosfen jaagt en hen verplicht een tegen-aanbod te stellen. Bovendien hebben zij de kosten van den advocaat te betalen, wanneer zij de verliezende partij zijn. Spreker dringt er dan ook nogmaals op aan dat Burgemeester en Weihouders verklaren of er al of niet onderhandelin- gen met de eigenaars zijn gevoerd en zoo er geen voldoende onderhandelingen zijn gevoerd, zou hij deze raadsvoordracht gaarne willen aanhouden. Spre- ker zou het n I. niet juist vinden, wanneer de eigenaars nu plotseling voor het feit van de onteigening zou- den worden geplaatst. De heer Van Unen zegt, met veel genoegen gelezen te hebben, dat Burgemeester en Wethouders nu ein- delijk een eind willen maken aan deze langdurige kwestie. Spreker zit thans elf jaren in den Raad en heeft in den loop van die jaren reeds heel wat mede- deelingen gehoord van de zijde van Burgemeester en Wethouders over de doortrekking van de Heemsteed- sche Dreef. Nu hoort spreker ineens van den heer Kwak, dat, nu Burgemeester en Wethouders overeen- komstig de bepalingen van de wet, tot onteigening whllen overgaan, hij zich wil ontpoppen als iemand, die de partij gaat opnemen voor de eigenaars, die plofseling verrast blijken te zijn bij het hooren van de plannen tot onteigening. Heel Heemsfede weet reeds jaren dat de doortrekking van de Dreef op het programma staat hoe kan dan ineens van „verrassing" sprake zijn Spreker kan zich dan ook niet voorstel- leh, dat die verschillende eigenaars niet eenszijngaan praten met Burgemeester en Wethouders. Blijkbaar is het dan nu ineens zoo ver gekomen, dat zij ererg op uit zijn om fot overeenstemming te geraken. Spreker zegt nogmaals den heer Kwak, die toch in meerdere vergaderingen van den Raad op spoed met deze zaak heeft aaagedrongen, niet te begrijpen. De heer Kwak speelt plotseling de vermoorde on- schuld. Onteigening is ten slotie toch altijd het laatste middel wat men toepast en wat men zeer ongaarne doet. Spreker zou meerdere gevallen kunnen aanha- len, waarbij Burgemeester en Wethouders, zelfs wan- neer de Raad min of meer op onteigening aandrong, steeds getracht hebben om door minnelijke schikking tot een oplossing te komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 20