5 Juni 1Q30 128 inschrijvers zeer onaangenaam getroffen waren, dat het werk gegund was aan een aannemer, die voor een hooger bedrag had ingeschreven. Wanneer een- maal tot algemeene aanbesteding wordt overgegaan, acht spreker het juist dat het werk wordt gegund aan den laagsten inschrijver, tenzij bijzondere omstandig- heden aanwezig zijn om dit niet te doen. De heer Vring zegt, er niets voor te kunnen ge- voelen om het werk aan te besteden alleen onder Heemsfeedsche aannemersdit middel is volgens hem erger dan de kwaal. De heer De Boer merkt op, dat naar zijn meening bij deze aanbesteding op de meest juisle en voordee- ligste wijze is gehandeld. Hij acht hef ook in het geheel niet immoreel, dat het werk hier niet gegund is aan den laagsten inschrijver, het bestek liet dit immers toe. Bij sollicitaties gaat dit ook meermaleri zoo, spreker kan zich dan ook zeer goed vereenigen met hetgeen gebeurd is. De heer Van der Erf zegt, met den heer De Boer van meening te moeten verschillen over de bedoeling van de clausule, die in het bestek staat opgenomen ten aanzien van het voorbehoud, dat Burgemeester en Wethouders kunn.en maken voor de gunning. Ook spreker is van meening, dat hiervan aileen gebruik moet worden gemaakt, wanrieer de laagsfe inschrijver niet gerekend kan worden het werk deugdelijk op te leveren. De heer Dr. DroogWethouder, zegt nogmaals, dat in het onderhavige geval is vastgehouden aan den gewonen regel, die hier wordt gevolgd en nog nooit aanleiding tot moeilijkheden heeft gegeven. Spreker kan het dan toch werkelijk ook niet onbillijk vinden, dat degenen, die hier belasfing betalen een kleine prae hebben. Men moet hier geval voor geval beki ken en het is niet mogelijk om van alles het verschil aan te geven. Evenmin is het mcgelijk om de grens tusschen oud en jong aan te geven, alleen staat dit vast, dat men oud is, wanneer men 80 jaar is. Spreker vindt het wenschelijk, dat hier wat wordt overgelaten aan het beleid van Burgemeester en Wethouders. Wanneer er een groot verschil was ge- weest tusschen den laagsten inschrijver en de twee die daarboven waren, dan was het werk zeker niet aan den aannemer uit Heemstede gegund. Spreker zegt nogmaals, dat het toch niet onredelijk is, dat een ingezetene iets voor heeft boven een niet-ingezefene.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 30