5 juni 1930 129 Zooals de heer Van der Linden zeer juist opmerkte, wordt evenzoo geredeneerd bij de keuze van arbei- ders. Wanneer er meerdere redenen zijn om aan den laagsten inschrijver het werk niet te gunnen, kan er toch ook geen sprake zijn van een klap in het gezicht geven. Wanneer de laagste inschrijver alleen gepas- seerd wordt omdat hij niet bekwaam wordt geacht voor het werk, zou dit geheel iets anders zijn, doch spreker mag het toch als bekend veronderstellen, dat hier een ander motief aanwezig is. Spreker is alleen bekend, dat alleen bij onderhandsche aanbesteding de moreele verplichting bestaat om de laagste inschrijver te nemen. De heer Rijkes blijft van meening, dat het de be- doeling is de thans betwiste bepaling van het bestek alleen toe te passen, wanneer de laagste inschrijver niet capabel is. De thans gevolgde gedragslijn impli- ceert dan ook, dat in den vervolge beter alleen in- woners uit tieemstede kunnen inschrijven. Spreker had echter wel graag gezien, dat in de gegeven om- standigheden Burgemeester en Wethoudérs even hadden gepraat met de beide aannemers, die thans gepasseerd zijn en voor wie dit ongetwijfeld een blamage moet worden genoemd. De heer /onckbloedt acht hier juist een gevaar aan- wezig, omdat de Wethouder de nadruk heeft gelegd op ae traditie, die hier is gevolgd. Wanneer de laagste inschrijver incapabel is, dan is het inderdaad niet anders dan juist te noemen dat hij gepasseerd wordt. De lieer Vring heeft gezegd, dat wanneer de aanbesteding alleeri onder inwoners uit Heemstede zou worden gehouden, het middel erger dan de kwaal zou zïjn, doch bij die redeneering zou nooit tot onderhandsche aanbesteding moeten worden over- gegaan. Spreker is echter van meening, dat men beter kan zeggen, dat alleen Heemsteders kunnen inschrij- ven, dan dat men zegt, allen kunnen inschrijven, doch aannemers uit Haarlem krijgen het niét. De heer Rwak merkt op, dat het toch verkeerd is om dit systeem te blijven volgen. De aannemers, die gepasseerd zijn, beginnen zich verongelijkt te vinden en vragen zich af, of zij niet solide genoeg zijn. Spreker vraagt daarom aan Burgemeester en Wethou- ders een andere regeling te treffen. De heer Van Unen zegt, wel eenigszins te zijn ge- rustgesteld door de mededeelingen van Wethouder Dr. Droog, dat bij een grooter verschil een ingezetene

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 31