5 juni 1930
104
Dü besluit wordt vervolöens zonder hoofdelijke
stemming ongewijzigd vastgesteld.
De Voorzitter zegt hierna, dat een woord van dank
aan den heer Thunissen voor diens coulanfe mede-
werking hier zeker op zijn plaafs is.
VIII. Aanleg van een voetbrug over de Leidschevaart.
Onder dagteekening van 14 Mei j.l. werd door een
groot aanfal bewoners van het bloemenkwartier, gele-
gen ten Noorden van de Zandvoorfschelaan het
navolgende adres aan den Raad gericht
„Ondergeteekenden, allen ingezefenen dergemeenfe
Heemsfede, meer in het bijzonder bewoners van het
Hloemenkwarfier, gelegen nabij het sfation Heemsfede—
Aerdenhout en omgeving, geven eerbiedig te kennen
dat zij voor het verkeer met Haarlem geheel zijn
aangewezen op de elecfrische treinen, die te Heemstede—
Aerdenhout stoppen
dat deze verbinding als geheel onvoldoende moet
worden aangemerkt, daar het aantal dezer treinen
zeer geiing is
dat genoemde wijk, wat betreft verbinding met de
sfadstram van Haarlem feitelijk is aangewezen op lijn
4, die haar eindhaife heeft aan de Leidschevaart nabij
de remise van de fram
dat gezien den afsfand, welke ligt tusschen genoemd
woonkwartier en deze eindhalte p-actisch gesproken
door ondergeteekenden van deze tram geen gebruik
kan worden gemaakt
dat zij hiervan zeer veel ongerief ondervinden
wanneer zij concerten, tooneelvoorstellingen of andere
publieke vermakelijkheden te Haarlem wenschen te
bezoeken of om andere redenen zich naar Haarlem
moefen begeven
dat hierin zeer groote verbetering zou kunnen wor-
den gebracht indien in het verlengde van de Chry-
sanfhemumlaan over de Leidschevaart een voetbrug
werd geslagen, waardoor een aanmerkelijke verkorting
tot de eindhalte van lijn 4 zou worden verkregen.
Redenen waarom zij zich tot Uw College wenden
Ui>_t het zeer beleefd maar tevens zeer dringend ver-
z°ek het daarheen te leiden, dat zoo spoedig mogelijk
bedoelde verbindingsbrug tot stand komt.
Zij wenden zich met hun verzoek met fe meer
vertrouwen tot Uw College, daar zij wefen dat het
