46
10 juli 1930
van een cursus door Burgemeester en Wethouders
benoemd.
Eventueele schorsing en ontslag geschiedt even-
eens door het College.
Artikel 5.
De belooning voor het geven van het onderwijs
bedraagt f 130 per jaar per wekelijksch lesuur,
doch wordt verhoogd tot 156.— per jaar per we-
kclijksch lesuur wanneer het aantal kinderen per
klasse meer dan 25 bedraagt.
Telt eene kîasse minder dan 12 leerhngen dan
wordt deze gecombineerd met de andere klasse, ten-
zij daardoor het aantal leerlingen van den gecom-
bineerden cursus meer dan 2,4 zou becuagen.
De bezoldiging wordt voor iederen leerkracht door
Burgemeester en Wethouders geregeld, welke daar-
voor telkens voor den 5en van iedere maand opgave
ontvangen van het aantal leerlingen op den len dier
maand.
Artikel 6.
Voor het in deze verordening bedoelde onderwijs
wordt geen aîzonderlijk schoolgeld geheven.
De kosten van aanschaffing van boeKen en schrit-
ten zullen echter door de ouders, voogden ot ver-
zorgers der leerlingen moeten worden gedragen.
Artikel 7.
Deze verordening treedt in werking op 1 Septem-
ber 1930.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 10
Juli 1930.
De Secrefaris,
De Voorzitter,