54 10 Juli 1930
BiJDRAOE SCHOOLGELD CHRISTELIJK LYCEUM.
Aan den Raad.
Door Iiet Bestuur van het Christelijk Lyceum te
Haarlem is bij adres van 31 Mei j.L, in verband met
den financieelen toestand der Vereeniging, om steun
van de gemeente verzocht in dien zin, dat de ge-
meente voor iederen leerling op het Lyceum f 400.—
befaalt en het Lyceum dan geen schoolgeld voor deze
leerlingen invordert. De bedoeling van het Lyceum
is dan, dat voor deze leerlingen door de geineente
schoolgeld wordt geheven.
In verband met dit verzoek deelen wij U mede,
dat genoemd Lyceum tot nu toe geen financieelen
steun van de gemeente ontving. De ouders van de
leerlingen uit onze gemeente maken echter aanspraak
op bijdrage in het schoolgeld krachtens raadsbesluit
van 24 Juni 1924, no. 65. Deze bijdrage is gelijk aan
het verschil tusschen wat krachtens de retributiever-
ordening dezer gemeenfe verschuldigd zou zijn en
wat aan schoolgeld aan het Lyceum betaald wordt.
Ten opzichte van leerlingen welke het Kennemer
Lyceum bezoeken, werd bij raadsbesluit van 28 Mei
1925 eene regeling getroffen, krachtens welke dat
Lyceum aan de ouders, voogden of verzorgers in
rekenirig brengt een schoolgeld, berekend naar de
retribulieverbrdening dezer gemeenfe, terwi'l de ge-
meenfe voor iederen leerling aan het Lyceum betaalt
het verschil tusschen dat schoolgeld en f 400.Het
Lyceum zorgt dan zelf voor de inning van het
schooigeld.
Deze regeljng is ook van toepassing verklaard op
de Middelbare Meisjesschool ,,'t Kopje", terwijl ook
voor het R.K. Lyceum eene soortgelijke regeling ge-
troffen is.
Met het oog op deze regelingen komt het ons bil-
lijk voor, dat aan het verzoek van het Christelijk
Lyceum wordt tegemoet gekomen. Wij vinden echter
geen aanleiding in de wijze waarop de steun wordt
verleend eene andere methode te volgen dan ten
opzichte van de andere genoemde inrichtingen van