10 Juli 1930
143
orde. Het mag een fout geweest zijn of niet, maarin
het eerste geval zal het wel niet meer te achterhalen
zijn, wie de fout gemaakt heeft en is deze vanzelf
niet meer aan te rekenen Wanneer dit wel mogelijk
ware geweest, dan twijfelt spreker er niet aan, dat
het schooloestuur dit zeker gedaan had. De noodza-
kelijkheid is nu echter gebleken, dat de inrichting der
centrale verwarming wordt veranderd en Burgemeester
en Wethouders hebben geen termen gevonden om de
benoodigde gelden hiervoor niet beschikbaar te
stellen.
De heer Rijkes begint uit hetgeen hij thans gehoord
heeft wel te begrijpen, dat er in 1924 geen overleg
is gepleegd. Dat is hem trouwens ook medegedeeld
door dengene, die de verwarming heeft gemonteerd.
Snreker zou nu echter nog gaarne een antwoord op
zijn tweede vraag willen hebben en wel op de vraag
op wiens aanwijzing bij den verbouw van de school
in 1628 de buisleidingen zoo maar zijn doorgetrokken.
Het spijt hem, dat hij dit alles naar voren moet
brengen, maar waar is het eind, wanneer bij den
bouw van andere scholen ook dergelijke fouten
worden gemaakt. Spreker zag dan ook graag, dat
het schoolbestuur eerst eens grondig onderzoclit, bij
wie de fout in 1924 en 1928 gezeien heeft, voordien
kan hij zijn stem aan dit raadsstuk niet geven.
De heer Kwcik merkt hierna op, dat wanneer in
1924 een fout gemaakt is, deze te wijten is aan
degenen, die de school gebouwd hebben. Het
schoolbestuur had een architect, een aannemer voor
den bouw en een aannemer voor de centrale verwar-
ming. Op dergelijke menschen moet men toch af
kunnen gaan De teekeningen zijn bij Openbare
Werken geweest en daar in de finesses bekeken en
zonder nu te willen zeggen, dat daar de tout zit, moet
spreker toch opmerken, dat er toen geen aanmerkingen
zijn gemaakt. In 1928 is naar sprekers meening even-
wel geen fout gemaakt. Er zijn toen slechts eenige
nieuwe aansluitingen gemaakt, doch daarvoor waren
voldoende capaciteilen. Dikwijls is er over gedacht
om de schoorsteen hooger te maken en daardoor de
moeilijkheden te ondervangen, omdat er altijd werd
gezegd dat deze te iaag was. De genomen proeveri
bleken evenwel niet afdoende te zijn, zoodat op slot
van rekening verandering noodzakelijk bleek. Het
schoolbestuur heeft er echter altijd tegen op gezien,
om de gemeente voor extra uitgaven te plaatsen
en daarom is dat steeds maar uitgesteld.
