10 Juli 1930 133 betoogen, hoe nuftig dit is, maar daarover zal hij het nu niet hebben. Handenarbeid heeft in het algemeen groote invloed op de scheppingskracht van de kinde- ren. Spreker voegt hier nogmaals aan toe, dat het momenteel niet zal worden ingevoerd en dat de Schoolinspectie en de Hoofden der Scholen terzijner- fijd wel zullert denken aan overlading van de leer- plannen De heer Van Unen blijft van meening, dat het beter is, dat de kinderen goed kunnen lezen, schrijven en rekenen, dan dat zij kaarfjes uit kunnen snijden. Op de derde plaats zou spreker willen vragen of het een wettelijke verplichting is om een regeling te treffen krachtens welke besturen van bijzondere scholen een bijdrage uit de gemeentekas kunnen onlvangen, wan- neer een cursus in Fransch wordt gegeven, of dat dit een coulance is wat thans wordt voorgesteld. De Voorzitter antwoordt hierop, dat hier niet direct van een wettelijke verplichting kan worden gesproken maar meer is voortgebouwd op het beginsel der gelijkstelling. Wanneer het bijzonder onderwijs hier niet gelijk werd gesteld met het openbaar onderwijs zou gemis aan loyaliteit verweten kunnen worden. De gemeente zou evenwel niet verpiicht kunnen wor- den om de bijzondere scholen op hare kosfen in de gelegenheid te stellen een cursus in Fransch te geven doch een dergelijke cursus is zulk een integreerend deel van het onderwijs, dat het wel voor de hand ligt, dat de gemeente daartoe de mogelijkheid opent. Als men het echter ging uitzoeken, zou hetmisschien niet noodzakelijk zijn. De heer Vring acht de verdediging van den Voor- zitter wel wat eigenaardig. „Handenarbeid zal voor- loopig nog wel niet worden ingevoerd bijgebrekaan voldoende leerkrachten en voor Engelsch zullen zich voorshands nog wel niet voldoende leerlingen aan- melden om daarvoor een cursus te openen". Spreker dacht echter dat wanneer door Burgemeester en Wet- houders iets werd voorgesteld, dat d:t dan urgent vvas. Nu wordt echter den indruk gevestigd alsof het onderwijs in handenarbeid op de lange baan wordt geschoven en daar zouden de voorstanders van dit onderwijs zich ongerust over kunnen maken. Spreker hoopt evenwel dat wanneer een gesGhikte leerkracht gevonden is, de handenarbeid zal worden ingevoerd. De Voorzitter merkt op, dat de heer Vring hem niet goed heeft begrepen. Spreker zegt, dat Burge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 9