67
21 Augustus 1930
Naar onze aanvankelijke meening vie! er veel voor
te zeggen orn de Personeele Belasting hooger op te
voeren, om straks de opcenten voor de Fondsbelas-
ting minder zwaar te doen diukken. Deze meening
vond wel eenigen bijval in de Commissie, doch waar
men algemeen van oordeel was dat de Personeele
Belasting op verschillende punten verre van billijk is,
heeft het overleg er toe geleid dat zoowel ons Coilege
als de financieele Commissie van oordeel zijn, dat
aan den Raad zou kunnen worden voorgesteld om
het aanfal opcenten te bepalen op 65, waardoor de
lasten voor velen zullen verminderen, voor meerderen
gelijk zullen blijven en voor sommigen niet noemens-
waard zullen worden verzwaard. Dientengevolge zal
het restant van het tekort op de middelen te zijner
tijd moeten worden gedekt door het heffen van op-
cenfen op de Fondsbelasting. Eén lid der Commissie
wilde niet verder gaan dan tot 60 opcenten.
De Commissie ken zich in zijn geheel er mede
vereenigen dat alle grondslagen voor de Personeele
Belasting onveranderd werden gehandhaafd, terwijl
het hare volle instemming had dat de geheele gemeenfe
in de 3e klasse voor de Personeele Belasting werd
gerangschikt.
Resumeerende, stellen wij U, in overleg met Uwe
Commissie voor de financiën voor
le. de geheele gemeente voor de Personeele Be-
lasting met ingang van 1 Januari 1931 te rangschikken
in de derde klasse
2e. alle grondslagen, genoemd in de Wet op de
Personeele Belasting, voor onze gemeente te be-
houden
3e. ingaande 1 Januari 1931 op de Personeele
Belasting 65 opcenten te heffen.
Bijgaande ontwerp besluiten worden U daarlce ter
vaststelling aangeboden.
Heems'ede, 23 Juli 1930.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. van Doorn.
De Secretaris,
N.Vos.