yga 25 September 1930
1.200
1.400
1.700
2.000
2 500
3.000
3.500
4.000
5.000
6.000
1.000
1 200
1.400
1.700
2.000
2.500
3.000
3.500
4 000
5.000
30
40
8.000
9.00
7.000
8.000
9.
000
on hooger
2. Indien het belastbaar inkomen f 1000.—
minder bedraagt is geen schoolgeld verschuldigd.
Artikel 4.
Indien meer dan één leerling uit hetzelfde gezin
gelijktijdig een school van dezelfde soort bezoekt,
wordt het schoolgeld voor den tweeden leerling met
twintig, voor den derden met veertig, voor den vier-
den met zestig en voor elken volgenden leerling met
tachtig ten honderd verminderd, met dien verstande
dat voor geen enkelen leerling een lager bedrag dan
22 cent per maand is verschuldigd.
Bij vermindsring van den aanslag in de belasting
die'als grondslag voor de indeeling der inkomens is
genomen is het schoolgeld slechts naar den grondslag
van het verminderd inkomen verschuldigd.
Artikel 5.
1. Het belastingjaar begint met 1 Januari en ein
digt met 31 December.
In klasse
Bij een belastbaar
inkomen
Voor het ge- Voor het uit-
woon onderwijs gebreid onder-
per maand
Voor het
openbaar
vervolg
wijs per maand
en mer