25 September 1930 205 van den Wethouder Dr. Droog, dat het dikwijl.s moei- lijk is voor het Bijzon'der Onderwijs, om rond te komen, onderstreepen. Hij moet echter over de uit- van dit artikel met den Wethouder van mee- nir.g verschiilen en zou het in ieder geval niet goed vinden wanir.eer het volle bedrag, iat voor de in- richting van de nieuwe opembare school is besteed, werd gegeven. Er staat echter nog een weg open om hieromtrent tot klaarheid te komen en dat is het hooger beroep en op grond daarvan acht hij het beter om het voorstel van Burgemeester en Wet- houders aan te nemen, temeer, omdat door Burge- meester en Wethouders steed-s zulk een royaal stand- punt ingenomen wordt ten opzichte van het Onder- wiis. Valt die zaak dan ten nadeele of ten voordeele uit, dan kan toch nooit gezegd worden „ze hebben geldi opgeslikt, wat hen niet toekomt". Zelfs al ware spreker er van overtuigd, dat dit geld aan het Bij- zonder Onderwijs toekwam, dan nog zou hij er voor zijn om deze zaak uit te laten vechten. Hij acht het des te raadzamer om deze zaak in hooger beroep te laten beslechten, omdat straks de bouw van de 3e Openbare Lagere school dezelfde twijfel ten aanzien van de vergoeding aan de Bijzondere Schooi zou scheppen als thans het geval is 'ten aanzien van de Bronsteeschool. De houding die het gemeentebe- stuur bij volgende gelegenheden moet aannemen zal dan direct duidelijk zi;n en wanneer de Bijzondecc Scholen in het gelijk worden gesteld, zullen Burge- meester en Wethouders gaarne datgene uitbetalen, waartoe zij dan verplicht zijn. De hecr Van der Erf is van meenin^, dat wanneer Gcdcputeerde Staten een besluit van den Raad goed- keurea, het Gemeentebestuur dan vrij uit gaat. Spreker acht het dan ook alleszins verantwoord, wanneer het 'Gemeemtebestuur de gelden voteert, waartcgen Gedeputeerde Saten geen bezwaar heb- ben. Als spreker den Voorzitter echter hoort zeg- gen, dat hij graag persoonlijk het geld aan het schooi- bestuur zou willen brengen, wanneer het dit eerlijk- hoidshalve loekwam en uit diens woorden meent hij te hooren, dat dit naar diens meening zoo is, dan bevreemdt het hem dat de Voorzitter aan de andere zijde weer aan die betaling t'racht te ontkomen. Eenerzijds wil hij het geld graag geven doch anderzijds wendt hij alle mogelijke middelen aan om dit niet te behoeven te doen. Spreker betreurt dit zeer en 4X

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 13