30 October 1930
237
die boom niet te rooien. Nu zegt de heer Audretsch
wel, dat die boom dood zal gaan, doch hij is reeds
aan het dood gaan, want meerdere teekenen wijzen
daarop en hierdoor ontstaat gevaar.
De heer De Boer zegt als lid der Plantsoenen-
Commissie al te goed te weten, welke oppositie er
zou zijn voor elken goeden boom, dien men zou
voorstellen te rooien. Over dezen boom is dan ook
wel degelijk nagedacht. De urgentie, om dezen boom
te rooien kan men eerst zien, wanneer hij is omge-
vallen, doch dan is het te laat. De heer Bleeker heeft
echter gezegd, dat hij weg moet en daarom heeft de
Plantsoenen Commissie hem ter dood veroordeeld.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat over
dezen boom lang is gesproken. Hij zit zeer slecht in
het blad en heeft vele doode takken. Er bestaat dan
ook een gegronde vrees, dat die doode takken naar
beneden komen en het is maar al te goed bekend,
welke gevolgen dat kan hebben. Kans op ongelukken
is daarbij in het geheel niet uitgesloten. De Plantsoe-
nen Commissie heeft dan ook met bioedend hart
gemeend, het advies van den heer Bleeker te moeten
volgen en den boom te laten rooien. Deze adviseur
achtte het niet onmogelijk, dat er bij een flinken
najaarsstorm takken naar beneden zullen waaien of
dat misschien de geheele boom naar beneden komt.
Nu kan het wel mogelijk zijn om alle doode takken
weg te nemen, doch dan kan men dien boom beter
heelemaal rooien.
De heer Audretsch zegt, dat de heer Van der Erf
zich vergist, wanneer hij meent, dat een boom dood
gaat, omdat er doode takken aan zitten. Spreker kan
het met Wethouder Dr. Droog eens zijn, dat die
doode takken gevaar kunnen opleveren, van den
anderen kant blijft er nog genoeg van den boom
over, wanneer deze er worden uitgehaald. De stam
van dien boom is nog gaaf en daarom zou spreker
willen adviseeren om met het rooien te wachten tot-
dat zich meer teekenen van doodgaan vertoonen.
Wanneer die doode takken er uit zijn en de boom
daardoor meer lucht krijgt, zal hij zeker nogeenpaar
jaar mee kunnen en kan dientengevolge de schan-
dalisatie worden uitgesteld.
Wethouder Dr. Droog merkt op, dat wanneer een
aantal takken van den boom worden afgehakt, deze
toch geen sieraad meer kan worden genoemd en er
moeten er dan heel wat af. Spreker kan dan echter