92 27 November 1930 Art. 23. Uitbesteding van een persoon in een gezin heeft niet plaats, dan nadat omtrent dat gezin betrouw- bare inlichtingen zijn verkregen, waaruit blijkt, dat de uit te besteden persoon daar een goede verzor- ging zal genieten en nadat door een geneeskundige schriftelijk is verklaard, dat hem na een opzettelijk daartoe ingesteld geneeskundig onderzoek van alle leden van het gezin, waaraan de bestedeling zal wor- den toevertrouwd, alsmede van den bestedeling zelf, is gebleken, dat de gezondheidstoestand zoowel in lichamelijk als in geestelijk opzicht van geen hunner een gevaar oplevert voor hunne huisgenooten. Uitbesteding geschiedt niet bij porsonen in wier gezin geen reinheid en orde heerscht noch bij per- sonen, die misbruik maken van sterken drank of bij wie voor aanwenne van dat misbruik gereede aan- leiding zou bestaan, noch in het algemeen bij per- sonen, wier zedelijk gedrag aan bedenking onder- hevig is. De uitbestede persoon moet de beschikking hebben over een behoorlijke slaapplaats in een af- zonderlijk bed. Voor zooveel het kinderen betreft, moeten de pleegouders waarborgen, dat aan het kind passend schoolonderwijs zal worden gegeven en dat door oudere kinderen vakonderricht en vervolg- onderwijs kan worden genoten. - Het gezin, waarin uitbesteding plaats heeft, moet zooveel mogelijk van dezelfde godsdienstige gezindte zijn als waartoe het kind of zijn ouders behooren, ter- wijl gelegenheid moet bestaan voor godsdienston- derricht voor het kind. Het pleegkind mag wel bezigheden verrichten, maar niet gebruikt worden als werkkracht, die gelijk kan worden gesteld met een werkkracht in loon- dienst. Art. 24. Op personen, die in gezinnen in de gemeente zijn uitbesteed en op die gezinnen, wordt door of van- wege den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon toezicht gehouden. Omtrent de bevindingen bij dit hcuden van toezicht verkregen, wordt jaarlijks rap- port aan Burgemeester en Wethouders uitgebracht. Zij stellen zich in het bijzonder op de hoogte van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 17