92 27 November 1930 de behandeling, die deze personen ondervinden en voor zooveel het kinderen betreft van de beharti- ging van hunne zedeiijke en lichamelijke belangen- Litbesteding van personen buiten de gemeente geschiedt niet dan nadat de Dienst voor Maatschap- pelijk Hulpbetoon zich de medewerking van ter plaatse gevestigde geschikte personen heeft verze- kerd, om, overeenkomstig het bepaalde in het eersie lid, toezicht te houden en niet dan nadat is gebleken, dat in de gemeente waar de uitbesteding plaats heeft, gelegenheid bestaat, geneeskundige verpleging te verkrijgen, wanneer deze noodzakelijk mocht wczen. Ook deze personen genieten ten laste van den dienst vergoeding van de gemaakte kosten. Art. 25. Het Bestuur vestigt de aandacht van Burgemeester en Wethouders op omstandigheden, welke aanleiding kunnen geven tot toepassing van artikel 40 der Ar- menwet, Art. 26. Het Bestuur ziet toe of er aanleiding bestaat tot verhaal van kosten van ondersteuning overeenkom- stig het vijfde hoofdstuk der Armenwet en draagt zorg dat dit verhaal, waar mogelijk, plaats vindt. Art. 27. Het Bestuur beheert de geldmiddelen en bezit- tingen met inachtneming van de artikelen 2227 der Armenwet, voor zoover dat niet aan den Secretaris- Penningmeester is opgedragen. Art. 28. De Secretaris-Penningmeester geeft aan Burge- meester en Wethouders en aan de door hen aange- wezen ambtenaren alsmede aan het Bestuur alle verlangde inlichtingen omtrent de boekhouding van den Dienst en inzage van de boeken en de daarbij behoorende bescheiden. Tevens moet gelegenheid worden gegeven tot opname van boeken en kas.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 18