22 Januari 1931
15
en den Zondagavond, waarop zij voorstellen dit slui-
tingsuur op 12 uur te handhaven en wel om twee
redenen. Op de eerste plaats omdat de meeste aan-
vragen van kasteleins en bona fide vereenigingen om
verlenging van het sluitingsuur, voor den Zaterdag-
en Zondagavond worden gedaan en op de tweede
plaats omdat wordt gevreesd, dat wanneer op die
avonden het sluitingsuur om 11 uur zal zijn, een
categorie café-bezoekers naar Haarlem zal gaan waar-
door de bezwaren al weer grooter zouden worden.
Spreker is er van overtuigd, dat dan bij thuiskomst
nog meer hinder zal worden ondervonden en er dan
wellicht op grooter schaal onaangename dingen zullen
gebeuren, Er werd gezegd, dat de werkman op
Zaterdagavond zijn ontspanning zoekt, daarnaast echter
wil ook de burgerij, zooals ook de forensen, eens
per week wel een avondje hebben en dan is 11 uur
toch werkelijk te vroeg om op te stappen. Op die
avonden werd er dan ook ieder oogenblik getelefo-
neerd en werden er briefjes gehaald om verlenging
te krijgen, hetgeen hoogst onaangenaam was. Nu
vraagt de heer Van Unen om zoo ruim mogelijk ge-
bruik te maken van het recht tot dispensatie, doch
dit hoopt spreker onder een zekere reserve aan te
nemen en wel omdat dit in slrijd zou zijn met het
begrip van de verordening, waarin de Raad het slui-
tingsuur heeft bepaald en voor uitzonderingsgevailen
aan den Burgemeester het recht heeft gegeven om
daarvan af te wijken. Indien deze afwijking dus regel
werd, dan zou dit een klap in het gezicht van den
Raad zijn en bovendien een onwettige delegatie van
bevoegdheid. Oaat men bij die uitzonderingen letten
op het soort inrichtingen en vereenigingen, dan wordt
dit een zeer moeilijke en gevaarlijke taak, vooral in
een kleine plaats zal dit al haast een onuitvoerbaar
wikken en wegen worden. In de week wordt dan het
sluitingsuur op 11 uur teruggebracht, terwijl spreker
dan natuurlijk nu en dan voor vereenigingen een
uitzondering zal maken en om de burgerij aangenaam
te zijn, zal het sluitingsuur op Zaîerdag en Zondag
op 12 uur worden gehandhaafd.
De heer Andretsch informeert of die aanvragen om
verlenging ook gelden voor besloten vergaderingen
in hotels.
De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer Van der Erf acht het gevaar niet aanwezig
voor het beknotten van vergaderingen. Men weet toch