22 Januari 1931
20
schoolbestuur en den architect de gemeente een strop
hebben van f 500.Aangezien Rurgemeesler en
Wethouders, noch de Dienst van Openbare Werken
daaraan iets kunnen doen is het billijk dat die strop
voor rekening van het schoolbestuur komt.
De heer Audretsch acht het na deze toelichting van
den heer Vring, waaruit is gebleken dat het school-
bestuur tekort is geschoten, wel gewenscht, dat deze
aangelegenheid in stemming wordt gebracht.
De heer Rijkes zegt, alvorens zijn stem hieraan te
geven, hij eerst wel de pertinente verklaring zou willen
hebben, dat inderdaad de schuld bij het schoolbestuur
is. In dat geval is het toch wel zeer moeilijk voor de
gemeente, om de rekening te betalen
De heer Van der Linden zegt, tot de meerderheid
van de Commissie te behooren. Spreker merkt op,
dat de aanvrage reeds dateert van Juli 1930. Dat de
plannen zoo laat zijn ingediend, ligt of wel aan het
Kerkbestuur of aan den architect. Men behoeft echter
geen angst te hebben, zegt spreker, dat pas in Juli
met de verbouwing van de St. Jozefschool zal wor-
den begonnen. Als de zaak bespoedigd wordt en
hierop wordt met het oog op de werkverruiming erg
aangedrongen, dan zal de villa „Djokjakarta" maar
tot April leeg behoeven te staan. Ook al is er nu een
fout begaan, dan acht spreker dit toch niet direct
aanleiding om dat geld niet te geven en nu maar
direct het mes op de keel te zetten. Als de huur van
die villa echter niet doorgaat, dan zal het schoolbestuur
genoodzaakt zijn naar iets anders uit te zien, wat
wellicht heel wat meer geld zal kosten. Om al die
redenen acht spreker het wenschelijk dat de Vergade-
ring zich tegen deze aanvrage niet verzet.
De heer /onckbtoedt wil alleen even rechtzetten, dat
de architect hier geen schuld heeft. Dergelijke aan-
gelegenheden loopen nu eenmaal over verschillende
schijven en gaan niet altijd zoo gesmeerd. Spreker
meende echter even den architect te moeten zuiveren
van de blaam, als zou hij in gebreke zijn gebleven.
Hij kan verzekeren dat dit niet het geval is.
De heer De Boer acht het wel zeer moeilijk om
uit te maken hoe groot de schuld hier is. Als inder-
daad in het onderhavige geval een particulier de
gemeente heeft laten wachten, dan zou spreker dit
even willen omdraaien en vragen hoe dikwijls het
tegenovergestelde gebeurt.
De heer Vring verzoekt den Voorzitfer dezelfde