22 Januari 1931 toelichting fe geven als hij in de vergadering van de Commissie voor het Onderwijs deed. De Voorzitter zegt vervolgens, dat de heer Vring zeer nabij de waarheid is geweest. In Juli heeft het Kerkbestuur een verzoek gedaan voor een verbouwing van de St. Jozefschool. De feitelijke bescheiden en de noodzakelijke stukken daartoe werden eerst eenige maanden later ingediend. Burgemeester en Wethou- ders moesten in eerste instantie dus met hunne be- oordeeling en beslissing wachten totdat deze sfukken bij hen waren binnengekomen. Met de stukken in de hand lieeft spreker dan ook in de vergadering van de Onderwijs Commissie aangetoond, dat de schuld niet bij het Oemeentebesluur lag. De stukken waren n.l. te laat binnengekomen. Spreker heeft dit zeer betreurd, want de opening van de Jacobaschool en de ingebruikneming van „Djokjakarta" door de St. Jozefschool hadden zoo mooi in elkaar kunnen passen. Nu doet zich echter de kwestie voor „aan wie ligt de schuld"? Wat gebeurt er, indien de gemeente de huur niet betaald Dan bestaat de mogelijkheid dat „Djokjakarta" straks niet meer beschikbaar is en ook eldcrs geen gelegenheid bestaat om de St. Jozefschool tijdelijk onder te brengen Spreker zegt, dat het Ge- meentebesfuur indertijd ook dankbaar was, dat hetde 3e Openbare Lagere School daar tijdelijk onder kon brengen en dat tot nu toe steeds de gelegenheid heeft bestaan tot een tijdelijke huisvesting. Zoo dit niet doorgaat, zal naar een andere gelegenheid moeten worden uitgekeken. Het „Oude Posthuis" is voor dat doel al eens gebruikt, doch dat gaat ook al niet meer. Zoodoende zal het Gemeentebestuur in andere kosten moeten vervallen, die steeds grooter worden. Daarom besloten Burgemeester en Wethouders maar om de strop voor de gemeente te nemen. Maximaal, wanneer met de verbouwing eerst in Juli za! worden aange- vangen zal dit een bedrag vorderen van f500,— Wordt met de verbouwing eerder aangevangen, dan zal dit bedrag minder zijn. Spreker zou dan ook wil- len adviseeren om de veiligste weg te nemen door te zeggen „Iaten wij dit maar voor ons nemen". Een groote financieele strop zal het in ieder geval niet worden, zegt spreker. De heer Rijkes vraagt, of het Gemeentebestuur dan geen gelegenheid aanwijst, waar een school tijdelijk in kan worden ondergebracht Zoo sfelt spreker zich dan ook voor, dat wanneer het Gemeentebestuur nu

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 21