22 januari 193Î 46 f'enoamd. Nu is de kwestie deze, dat men tevoren met kan weten hoe groot de winst die het bedrijf afwerpt zal zi/n, het eene jaar zal dit hoog zi,n, het andere jaar misschien laag en daarom wordt het van veel belang £eacht dat elk jaar op een vaste uitkeermg kan worden ^erekend, daardoor zal een zekere stabi- liteit in belasting-heff'inê worden bevorderd. Nu zegt de hser Van Unen wel, dat deze recognitieheffing de zaak vertroebeld doch dit moet spreker ten stelligste ontker.nen. Misschien is het mogelijk dat de courant het winstcijfer van de bedrijven hierdoor mindei scherp ziet, doch als de raadsleden wordt duidelijk gemaakt, dat hier en daar dat winstcijfer is opgesteld, dan kan toch moeilijk meer van vertroebeling sprake zijn. Het betreft hier dan nog slechts een eenvoudig rekensommetje en spreker herhaalt, dat de gemeenie die vaste winsten noodig heeft. Hij zou voorts nog met cijfers kunnen aantoonen hoe men aan het bedrag, van deze recognitie is gekomen, doch over die cijfers en over dat bedrag zou nog kunnen worden gesproken; het gaat echter in eerste instantie om het beginsel, dat hier door den heer Van Unen is aangevallen en dat, zooals spreker reeds opmerkte in zeer vele andero gemeenten geldt. De heer Jonckbloedt, vervolgt spre- ker, heeft een zeer juiste vergelijkmg gemaakt met het particulier bedrijf. Het bedrijf krijgt dan concessie om gas en electriciteit te leveren. Nu zegt de heer Van Unen wel, dat de concessionaris reeds betaalt voor het wcrk, dat hij verricht, doch daarnaast is het wensche- lijk, dat een recht betaald wordt voor het hebben van buizen en kabels in den gemeenlegrond. Spreker kan zich voorstellen, dat de heer Rijkes in een tamelijk mceilijke positie verkeert. Hij was er eerst tegen, doch hoopt dat hij nu door spreker's verdediging tot een andere gedachte is gekomen. Wat hetreft het 'betalen van recognitie voor het waterleidingbedrijf, meent rreker, dat dit wel geheel iets anders is, omdat water een hygiënisch product moet worden genoemd, waar de gemeente geen winst op moet maken, De heer Van Unen zegt nog niet genezen te zijn en eigenlijk door de laatste opmerking van den Wethou- der Jhr. van de Poll nog verder van huis te zijn. De weihouder zegt n.L, dat gemeend werd, door het waterleidingbedrijf geen recognitie te laten betalen, omdat met dat bedrijf geen winst mag worden ge- maakt. Een recognitie is dus niets anders dan wins$ die op een ander hoofd geboekt wordt, doch daarmede

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 46