22 Januari 1931
48
meent-3 Amsterdam 30% van hare inkomsten u.it de.
Bedrijven, Rottcrd'am met haar havenbedrijî 70
hetgeen kapitaien vertegenwoordigt van 15 miilioen
en meer. Nu kan spreker zich echter niet voorstellsn,
dat een bedrag van f 12,400 eenigen invloed uit zal
celensn op den kostpriis. Er kan dan echter wel op
worden gerekend, dat uit de bedrij.ven iets gehaald
wordt en wat bijzonder voornaam is, ieder jaar een
vast bc-drag. Dit is ock een voordeel voor de belas-
tingbetalers, omdat deze belasting andere belastingen
verlicht.
De heer Jhr. vcn de Pc-ll, Wethouder, merkt nog
op, dat hier gesproken wordt van camouflage, doch
dat io niet waar, het is inderdaad een deel van de
wlnst, Spreker herhaalt, dat het water geheel iets.
anders is en verklaart nogmaals uitdrukkelijk, dat een
vaste post als precario noodzakelijk is vcor de be-
lastingen.
De Vcorzitter bevestigt dat deze aangelegenheid
niet alleen de bedrijvenpolitiek betreft, doch wel dege-
li;k de gehesle financieële politiek van de gemeente
aangaat, Toen dit onderwerp in het afgeloopen najaar
werd. behandeîd, waren de lichtpunten in de financieële
gemeentepolitiek ver weg. Nu zijn deze ook nog niet
dichtibij, want al wordt er zoo hier en daar gezegd,
dat de gemeente weer aardig aan het optornen is, toch
moct men dat niet te mooi inzien. Wat de toekomst
zal brengen is niet te zeggen, wat betaald moet worden
dcor de gemeente is ook niet te zeggen, doch wel is
dit bekend, dat de uitgaven jaarlijks stijgen; dat daar-
naast de inkomsten gelijken tred zullen houden is niet
zcker. Er moet echter worden uitgcgaan van een zekere
verhouding tusschen uitgaven en inkomsten. Nu kan
men wel zeggen, dan hef je maar belastingen, als je er
niet komt, doch dat kan een goed raadslid niet ernstig
meenen, E.en dergelijke maatregel zou zich in alle klas-
sen weerspiegelen en de aantrekkelijkheden zouden
verminderen. Wat is dan eigenlijk de opzet ge
weest. zoo vraagt men zich af, Het antwoord is ge-
makkelijk te vinden, zegt spreker. De Raad heeft
steeds aangedrongen op stahiliteit in de belasting-
politiek en wil daarin geen groote sprongen. Nu is
het natuurlijk heel gemakkelijk om van twee walle-
tjes te eten, d.w.z, lage belastingen en lage bedrijfs-
tarieven, doch dan zal al heel gauw de financieële basis
wankel worden. Het werd aldoor wenschelijk geacht om
ieder jaar een zekere basis te hebben en dat kwam het