22 Januari 1931 College van Burgemeester en Wethouders voor heter te zijn, dan zich ieder jaar de vraag te stellen ,,hoe zal onze constructuur zijn". Dat de bedrijven hierdoor belast zullen worden, zal spreker niet ontkennen. Er wordt echter langs dezen weg een zekere winst ge- kweekt en die winst reserve vloeit in de gemeentekas. Het bezwaar, dat het bedrijf die winst niet altijd zal kunnem betalen behoeft men niet te zwaar te tellen, want is dat geval bestaat er altijd nog een reserve. De kwestie is echter, dat de gemeente nu vast ergens op kan rekenen. Men zou nu verder kunnen zeggen, dat dit bedrag van jaar tot jaar kan worden vastgesteld, doch dat brengt allerlei moeilijkheden met zich mede en geeft geen enkele aanleiding tot prijsverlaging. Burgemeester en Wethouders w'illen gaarne een uit- gangspunt hebben, dat is feitelijk de geheele clou van de geschiedenis. De heer Van Unen is van meening, dat de redemee- ring van ,,ik wil weten, waar ik aan toe ben" niet op- gaat, De winst van de hedrijven immers is nu gesplitst in 2 posten. Nu wordt als basis in de begrooting ge- ncmen 21,000 voor winst en 12,400 voor recognitie. Door deze wisseling gebeurt er feitelijk niets. Iets anders zou het echter zijn als men de winst als zoo- danig ging splitsen en deed alsof de eene helft geen winst was. De Voorzitter merkt op, dat de heer Van Unen nu uitgaat van het denkbeeld dat steeds winst wordt ge- maakt, Maar, er kunnen slechtere jaren komen, zeggen Burgemeester en Wethouders, en daarop moet ge- rekend worden, Er is nu zekerheid, tenzij de gasfabriek natuurlijk niet genoeg reserves heeft, maar overigens kan men zeggen ,,zooveel K.M, buizen dus zoo groot is mijn basis". De heer Van Unen zegt, dat dan die recognitie als onvoorziene ontvangst had moeten worden geboekt. Een verhooging van kostprijs is echter niet juist. De Voorzitter zegt vervolgems dezen begrootingspost en dientengevolge het voorstel van Burgemeester en Wethouders voor een buizenrecht van de bedrijven te vorderen in stemming te zullen brengen. 'Dezc post wordt vervolgens goedgekeurd met 87 stemmen. Voordezen post stemden de heeren Vring, Moolenaar. De Boer, Mevrouw de Voogt-de Vogel, en de heeren Audretsch, Jonckbloedt en de Wethouders Jhr. van de Pol 1 en Dr. Droog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 49