22 Januari 1931
60
krijgen, Het is dus niet waar, dat de subsidie steeds
hooger wordt.
Dit voignr, wordt vervolgens ongewijzigd vastgesteld.
Volkshuisvesting.
Bij hoofdstuk V van de begrooting ,,Volkshuisves-
ting" vraagt de heer Van der Linden, hoe Burgemeester
en Wethouders staan tegenover de circulaire van den
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid van 5 Mei
inzake het aan de bewoners in eigendom doen over-
gaan van ingevolge de Woningwet met Rijksvoorschot
gebouwde arbeiderswoningen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat men hier in het algemeen particuliere woningen
heeft. Een verzoek tot dezen eigendomsovergang zou
dus moeten uitgaan van de bewoners zelf, Vroeger
verzette zich de Regeering tegen dezen verkoop, waar-
over die circulaire nu spreekt. Spreker zegt, dat als
icmand de door hem bewoonde woning wil hebben, hij
dit dan maar aan het bestuur vän de woningbouwver-
eeniging moet vragen.
De heer Van der Linden merkt op, dat de woning-
bouwvereeniging ,,De Haemstede" toch zoo ongeveer
van de gemeente is, dus dat de bewoners van die huizen
dat dan toch practisch aan de gemeente moeten vragen.
De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, merkt op, dat
het bestuur van die Vereeniging de zaak beheert.
De heer Van der Erf merkt nog op, dat het den
heer Van der Linden te doen is om te weten hoe Burge-
meester en Wethouders tegenover het stelsel staan
m.a.w, welke houding bepaalt dit colliege, wanneer een
der bewoners van ,,De Haemstede" komt vragen om
de door hem bewoonde woning in eigendom te krijgen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat het gemeentebestuur dan eerst advies zal inwinnen
van het bestuur van de woningbouwvereeniging. Alles
te samen meent spreker, dat Burgemeester en Wet-
hcuders niet direct onsympathiek staan tegenover dit
idee.
Mevrouw de Voogt merkt op, dat het wel mogelijk
i'S dat de een zijn woning beter onderhoudt dan de
ander en daardoor klachten ontstaan.
De heer Van der Linden zegt, dat dit zou kunnen
worden voorkomen door strenge bepalingen bij de
eigendomsoverdracht vast te stellen,
De heer Kwak informeert nog hoe Burgemeester en