22 Januari 1931
Dit volgnummer wordt vervolgens ongewijzigd vast-
gesteld.
Bij volgnr. 422 „subsidiën aan schouwburgen en
muziekkorpsen" zegt de heer Kwak tegen de aan
de 'Haarlemsche Orkestvereeniging te verleenen sub-
sidie van 500.te zijn.
De heer Schelvis is ook tegen deze subsidie. Spreker
voelt er meer voor om dit bedrag te verdeelen onder
de Heemsteedsche muziekcorpsen.
De heer Van der Linden verklaart zich ook tegen
deze subsidie.
De Voorzitier zegt, dat men nu wel kan spreken
over subsidie, doch feitelijk is het de prijs voor een
concert, dat de Haariemsche Orkestvereeniging voor
dat bedrag geeft, Voor degenen die dat concert bij-
wonen is dit bedrag zeer zeker de moeite waard. Spre-
ker wil hiermede geenszins ontkennen dat de plaatse-
lijke muziekcorpsen ook veel presteeren, doch er is
altijd nog een zekere categorie, voor wie een concert
van de Haarlemsche Orkestvereeniging ook veel aan-
trekkelijkheid biedt.
De heer Van der Ert zegt, dat nu de Voorzitter
er zoo op wijst, dat voor dit eene concert een bedrag
van 500.wordt betaald, spreker wel moet zeggen,
dat dit erg veel is. Moest hij dan ook zijn stem uit-
brengen over dezen prijs voor een concert, dan zou
hij daar zeker tegen zijn. Maar spreker beschouwt
die meer als een medewerking om dit orkest in stand
te houden.
De Voorzitter merkt nog op, dat men ook kan zeg-
gen, dat de gemeente een subsidie geeft en de Haarlem-
sche Orkestvereeniging uit erkentelijkheid daarvoor
een concert aanbiedt.
Deze subsidiepost aan de Haarlemsche Orkestver-
eeniging wordt vervolgens in stemming gebracht en
aangenomen met 114 stemmen.
Vôör dezen post stemden de heeren Rijkes, Vring,
Moolenaar, Van der Erf, De Boer, mevrouw de Voogt-
de Vogel, de heeren Zijm, Audretsch en Jonckbloedt
en de Wethouders Dr. Droog en Jhr. van de Poll.
Tegen dezen post stemden de heeren Van Unen,
Kwak, Schelvis en Van der Linden.
Dit volgnummer wordt vervolgens ongewijzigd vast-
gesteld.