26 26 Maart 1931 AANSCHAFFINO NIEUWE GASHOUDER. Aan den Raad. Volgens de algemeen gangbare opvatting der gas- technici, behoort de gasberging zeker niet minder te bedragen dan 50 pCt. der maximale etmaalatlevering. De absoluut noodzakelijke bedrijfszekerheid, die een gasbedrijf behoort te bezitten, maakt het hebben van eene behooriijke gasberging tot een gebiedenden eisch. De gasfabriek dezer gemeente is thans in het bezit van een totale gasberging van 6500 M3, bestaande uit een gashouder van 1500 M3 en een van 5000 M3. Deze gashouders dateeren van 1608 en 1911, zoodat in de iaatste 20 jaren in de gasberging geen verande- ring meer is gebracht. Intusschen is in den loop van deze 20 jaren de gasaflevering verdrievoudigd. Thans bedraagt de gasberging nog slechts 52 pCt. der maximale etmaalaflevering en het is te voorzien, dat de gasberging in den loop van 1932 beneden het toelaatbare minimum zal dalen. Onze gemeente neemt thans onder de Nederlandsche gasbediijven reeds een uitzonderingsposiiie in wat betreft de geringe gasber- ging, hetgeen blijkt uit een bij de stukken voor U ter inzage liggenden staat. Nagegaan is wanneer bij andere fabrieken werd overgegaan tot uitbreiding der bergruimte en daarbij is gebleken dat dit heeft plaats gehad gemiddeld bij eene bergruimte van 68 pCt. van de maximale etmaal- aflevering. De hier bestaande gashouderruimte is dus wel heel geiing. Het is onder deze omstandigheden fen eenen- male uitgesloten om het bedrijf gedurende langer dan twee uren stop te zetten, zoodat eene optredende be- drijfsstoring in de fabriek de regelmatige gasaflevering ernstig in gevaar zou brengen. Zooals bij de meeste gasfabrieken het geval is, heeft men bij de fabriek dezer gemeente gerekend met de mogelijkheid om het bedrijf gedurende een half etmaal stop te zetten voor het schoonmaken en nazien der fabrieksleiding. Dit is onder de huidige omstandighe- den niet meer mogelijk. Evenmin is het mogelijk om de gashouder van 5600 M3 buiten gebruik te stellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 15