30 April 1931
133
fieaft gegeven; nu is deze toestemmmg plotseling ge-
weigerd.
Spreker merkt op, dat het hier gaat om het belang van
400 kinderen, Hij zou dan ook graag willen weten,
welke motieven tot deze weigering hebben geleid. Wan-
neer het bezwaar hierin is gelegen, dat de woonwagens
voor de huizen aan de Javalaan en Molenwerfslaan
komen te staan, zou dit misschien zijn te ondervangen
door die wagens achteraan op de Molenwerfslaan te
doen plaatsen, Spreker zegt, dat deze vereeniging door
het houden van een kermis o.a, in staat kan worden
gesteld om een boottocht te organiseeren voor tal van
kinderen die hiervan anders verstooten blijven.
De heer Van der Linden informeert eveneens welke
motieven er toe hebben geleid om die kermis nu ineens
niet meer toe te laten,
De heer Audretsch had hetzelfde willen zeggen als
de heer Rijkes, Spreker zou het onbillijk vinden, wan-
neer het die Vereeniging, die goed werk verricht, on-
mogenlijk werd gemaakt om haar werk voort te zetten.
Die Vereeniging organiseert n.l. ieder jaar uitstapjes,
waarop de kinderen weken te voren zitten te vlassen.
Zoo zijn ze bijvoorbeeld het vorige jaar nog naar het
eircus geweest, terwijl ook ieder jaar een boottocht
wordt georganiseerd, Spreker zou het heel iets anders
vinden, wanneer bij de oprichting van de Vereeniging
reeds direct geen toestemming was gegeven om die
kermis te houden, omdat in dat geval die Vereeniging
geweten had, waar zij aan toe was.
De heer Vring acht het opheffen van die kermis niet
zoo bedroevend, maar wat hij hierin wel betreurt is,
dat aan adressante haar hoofdinkomsten worden ont-
nomen. Sp-reker zou willen vragen of de Vereeniging
niet op een andere wijze aan middelen kan worden ge-
holpen. Indien de Voorzitter al's hoofd der Politie deze
kermis niet meer kan toestaan, dan zegt spreker basta,
doch zijn er bezwaren van ondergeschikten aard, dan
zou het hem spijten dat aan die kinderen die toch al
niet zooveel pretjes hebben, deze ontspanning nog werd
ontnomen. Wat de plaatsmg van de woonwagens be-
treft, zegt spreker, dat daarvoor toch wel een oplossing
zal zijn te vinden. Zonder inkomsten is het voor die
Vereeniging echter niet mogelijk om met haar werk
door te gaan.
De heer De Boer merkt op, dat er bij de behandeling
van de begrooting wel eens gesproken wordt over con-
tinuiteit in het gemeentebeleid. Zoo zou spreker op