30 April 1Q31
128
j. Adres inzake verkorting arbeidstijd ter bestrij-
ding werkloosheid
Adres d.d. 1 April 1931 van het Bestuur van den
Algemeenen Bond van Overheidspersoneel in Neder-
land, te Amsterdam, met memorie van toekchting,
v/aaibij in overweging wordt gegeven om de arbeidstijd
van het personeel in dienst der gemeente Heemstede
te verminderen tot ten hoogste 45 uur per week voor
hen, die in geregeld dienstverband arbeiden en 42 uur
voor continu-arbeiders.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer den
Raad voor te stellen dit adres voor kennisgeving aan
te nemen,
De heer Vring zegt, met aandacht de toelichting op
dit adres te hebben gelezen. Hoewel spreker niet
alles kan onderschrijven wat daar in staat, was toch
zijn conclusie, dat er werkelijk groote waarheden in
staan, die de studie waard zijn. Hij zou daarom aan
Burgemeester en Wethouders willen voorstellen om
dit adres nader in studie te nemen en de resultaten
daarvan voor te leggen aan de Commissie voor het
Georganiseerd Overleg. Dat de werkloosheid niet
tijdelijk is, behoeft niet bewezen te worden en dat
hij permanent begint te worden, is ook zeker. Spre-
ker zou dan ook willen voorstellen om de noodige
aandacht aan dit adres te wijden en het goede, wat
daar in ligt opgesloten op te nemen en terzijnertijd
toe te passen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat ook Burge-
meester en Wethouders dit adres zeer belangrijk
achten. Spreker hoopt dan ook niet, dat men denkt,
dat dergelijke adressen niet gelezen worden. Toch
meenen Burgemeester en Weihouders dat dit adres
niet in den Raad moet worden behandeld. Misschien
zou de inhoud daarvan kunnen meewerken tot leni-
ging van den nood, waar Burgemeester en Wethou-
ders ook niet ongevoelig voor zijn. De werkloosheid,
als gevolg van economische storingen en de oplossing
van het vraagstuk daarop betrekking hebbende is
echter zoo ingewikkeld, dat het niet op den weg van
deze gemeente ligt, om het detail wat hier van deze
oplossing aan de hand word gedaan in Heemstede te
doen proefnemen. Indien er moet worden ingegrepen
in de economische ontwrichting, dan is het niet
Heemstede, dat hiertoe de eerste stap moet doen,
In dat geval moet een lichaam met grootere bevoegd-
heid ingrijpen en een lichaam dat zich bovendien