35 28 Mei 1931
ONTEIGENING IN HET BELANG DER
VOLKSHUiSVESTlNG.
Aan den Raad.
Bij Uw besluit van 5 Juni 1930, no. 44, werd in-
gevoige onze voordracht van 21 Mei 1930 voorloopig
goedgekeurd een plan van onteigening in het belang
der volkshuisvesting van gronden, eenerzijds gelegen
tusschen de Koediefslaan en de Adriaan Pauwlaan en
anderzi;ds gelegen ten Noorden van de Cioosteilaan,
ten Oosten van den Binnenweg en Bronsteeweg, ten
Zuiden van de Bronsteevaart en de Westeiijke oever
van het Spaarne.
In verband met de vorderingen waarin de onder-
handelingen verkeerden, werden wij in Uwe Verga-
dering van 21 November 1930 gemachtigd aan Hare
Majesteit de Koningin te verzoeken, den termijn waar-
binnen het raadsbesluit tot onteigening ingevolge
artikel 80 der Onteigeningswet, aan Gedeputeerde
Staten moest worden vcorgedragen, met 6 maanden
te verlengen.
Dit verzoek werd onder dagteekening van 4 De-
cember 1930 ingewiüigd.
Ingevolge art. 80 van bovenaangehaaide wet heeft
het onteigeningsplan met de daarop beirekking heb-
bende bescheiden voor een ieder ter inzage gelegen.
De onderhandelingen, welke sindsdien tusschen
pariijen werden gevoerd, hebben er echter toe geieid
dat nagenoeg aile in het voorloopige onteigeningspian
opgenomen perceelen door ondeiliandschen aankoop
eigendom van de gemeeute zijn geworden, of uit het
onteigeningsplan zijn geiicht. Op een voor Uwe ieden
ter inzage nedergelegde teekening werden de aange-
kochte perceeien met groene en die, welke uit het
onteigeningsplaii zijn gelicht, met bruine kleur aange-
geven. Het nog resteerende, aan H. Nieuwenhuizen
in eigendom toebehoorende perceel grond, op de
teekening in rood aangegeven, za! mitsdien ten name
van de gemeente moeten worden onfeigend, voorzoo-
ver liet niet mogelijk zal blijken dit alsnog in minnelijk
overleg aan te koopen.