28 Mei 1931
veel voor, omdat er dan niet voldoende groen over-
blijft. Spreker wijst in verband hiermede op de Mid-
denlaan, waar de bebouwing ook heel ruim is. Men
mag dan toch ook in dit opzicht aan de Dreef wel
eenige eischen stellen en zorgen, dat het daar wat
royaal wordt. In het algemeen is het toch ook wel
zaak, dat iemand die gaat bouwen, zich eerst eens
vergewist, wat men mag doen.
iDe heer Kwak merkt op altijd gedacht te hebben,
dat de 4 meter zijwaartsche erfscheiding vanuit de
bouwmuur gcnomen moest worden. Nu blijkt dac
achteraf niet zoo te zijn en worden de eigenaars dian-
tengevolge gedupeerd, Hetzelfde geldt straks ook voor
de gemeente en dan krijgt zij den strop, zegt spreker.
De heer Dr. Droog, Wethouder, herhaalt, dat wan-
neer men een garage naast de woning krijgt er niet
vcldoende doorzicht komt. Spreker zegt, dat de heer
Kwak nu zoo ineens midden in deze zaak is gevallen
en dat Burgemeester en Wethouders ook geenszins
een toezegging 'kunnen doen, dat zij van den gemaakten
opzet zullen afwijken.
De heer Kwak merkt nog op, dat er nooit over
,,groer" is gesproken en men ook vroeger nooit
afwijking behoefde te hebben. Wel was dit het geval,
als de garage aan het huis werd vastgebouwd, maar
niet als zij naast de woning kwam te staan. Spreker
is dan ook van meening, dat deze eisch een strop
voor de gemeente wordt.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat het geens-
zins de bedoeling is om een garage te weren doch om
een breeder front te krijgen.
Dankwoord P. H. M. Peeperkorn.
De heer Peeperkorn dankt vervolgens den Voor-
zitter voor diens vriendelijke woorden speciaal voor
die aan wijlen zijn Vader gericht, bij zijn binnenkomst
in deze vergadering. Bijzondere omstandigheden heb-
ben hem voor korten tijd hier gebracht. Spreker hoopt
evenwel toch in de gelegenheid te zijn nog iets in het
algemeen belang te kunnen verrichten.
Daar niemand meer het woord verlangt sluit de
Voorzitter deze vergadering en gaat de Raad in ge-
heime zitting over ter behandeling van belasting-
zaken.
De Voorzitter,